8.3
Uitgangen
De GSM interface beschikt in totaal over vier uitgangen, waarvan één relaisuitgang
en drie transistoruitgangen. Alle uitgangen kunnen door aansturen van de ingangen
of door middel van SMS opdrachten worden geschakeld. Elke uitgang schakelt als
puls of continu.
8.3.1
Uitgangsgebeurtenissen
Uitgangen die als "gebeurtenis" zijn gedefinieerd, kunnen door de volgende
gebeurtenissen worden geactiveerd:
•
Ingangen 1-4: aansturen of resetten van een ingang leidt tot omschakelen
van de uitgang.
•
Sabotage: de uitgang schakelt bij activeren van het deksel- of wandcontact.
•
PSTN storing: verlies van de verbinding met het analoge telefoonnetwerk.
De uitgang schakelt na de bij het programmeren vastgelegde "PSTN
storingstijd".
•
GSM storing: de uitgang schakelt bij de volgende toestanden:
•
De uitgang schakelt na de bij het programmeren vastgelegde "GSM
storingstijd".
•
Netstoring 230 V: wegvallen van de voedingsspanning. De uitgang schakelt
na de bij het programmeren vastgelegde "AC storingstijd".
•
Accustoring: schakelt wanneer de spanning van de accu lager wordt dan
11 V DC.
•
Afloop SIM kaart: de uitgang schakelt 30 dagen na de bij het programmeren
vastgelegde "SIM geldigheidsduur".
•
Testbericht: de uitgang schakelt na het bij het programmeren vastgelegde
"tijdstip".
•
PSTN + GSM ontbreekt: de uitgang schakelt wanneer de analoge en de
GSM verbinding gelijktijdig uitvallen.
8.3.2
Functie schakeloproep
Uitgang 1 kan worden gedefinieerd als type "schakeloproep".
Deze uitgang kan worden geschakeld door alle voorgeprogrammeerde nummers
die over deze functie beschikken. De gebruiker kiest het nummer van het apparaat
en hangt na het tweede belsignaal op. De GSM interface herkent het nummer en
schakelt automatisch uitgang 1.
Het voordeel van deze functie is, dat deze oproep kosteloos is! De functie
schakeloproep is bijvoorbeeld handig om door middel van een oproep de
buitenverlichting in te schakelen.
SIM kaart niet aanwezig of defect.
GSM signaalsterkte is onvoldoende.
GSM netwerkstoring.
8