Omron Walking style Pro Gebrauchsanweisung Seite 58

Walking Style Pro.book Page 56 Friday, December 15, 2006 11:48 AM
7 Druk op de instelknop om het gewicht in te stellen en verder te gaan met de paslengte.
Opmerking:De beginwaarde is 40 cm.
▲
8 Druk op de geheugenknop/ om uw paslengte in te stellen.
Opmerking:Na 120 cm keert het scherm terug naar 30 cm.
9 Druk op de instelknop om alle waarden op te slaan. Op het scherm ziet u het recentste aan-
tal passen en de klok.
5 De OMRON Walking style Pro gebruiken
5.1 Gebruik van de OMRON Walking style Pro
1 Bevestig de stappenteller aan
uw lichaam. Zie 3.4 "De
OMRON Walking style Pro
bevestigen".
2 Begin te lopen.
Opmerkingen:
• Om foutieve tellingen te
voorkomen, bepaalt de
stappenteller wanneer u
begint te lopen eerst of u
inderdaad echt bent begon-
nen met lopen. Na
4 seconden lopen geeft het
scherm het totale aantal passen weer dat u hebt gezet. (Daarom verandert het scherm niet
tijdens de eerste 4 seconden dat u loopt. Na 4 seconden geeft het scherm direct alle geno-
men passen weer.)
• Na 10 minuten lopen met meer dan 60 passen per minuut treedt de aerobic-modus in wer-
king. De aerobic-modus stopt na een pauze van 1 minuut.
3 Druk na de wandeling op de modus/gebeurtenisknop om de gegevens af te lezen.
Opmerkingen:
• U kunt de stappenteller niet uitzetten.
• De stappenteller wordt na 00:00 uur op "0" teruggezet.
5.2 Gegevens opslaan
De OMRON Walking style Pro kan de gegevens van 41 dagen opslaan wat betreft het aantal
passen, aantal constante passen, duur van een constante (aerobic-) wandeling, aantal ver-
bruikte calorieën, volume verbrand vet en afgelegde afstand.
De laatste zeven dagen kunnen op het scherm van de stappenteller worden weergegeven.
6 De functie Gebeurtenis gebruiken
De functie Gebeurtenis wordt gebruikt als een persoonlijk notitieblad om het
tijdstip van een gebeurtenis te markeren.
Druk wanneer de gegevens van de huidige dag worden weergegeven gedu-
rende 2 seconden op de modus/gebeurtenisknop.
Het tijdstip waarop de knop wordt ingedrukt, is het tijdstip dat wordt geregi-
streerd als Gebeurtenisgegeven.
56
1 2
3