NL
8
Montagevoorwaarden
Neem de plaatselijke installatievoorschriften, alge-
mene richtlijnen en technische specificaties in acht.
0 0 0
Voor de terugspoeling is er een spoelwaterdebiet
Σ m
3
van minstens 3,5 m
/h nodig; achter de filter moet
3
er tijdens de terugspoeling een druk van minstens
2,5 bar heersen.
Er moet voor het spoelwater een rioleringsaanslui-
ting (afvoer) van min. DN 50 aanwezig zijn.
Voor de elektrische aansluiting moet er binnen een
afstand van 1,2 m een stroomnetaansluiting van
230 V/50 Hz aanwezig zijn.
> 400 mm
De montageplaats moet vorstvrij zijn en de filter
beschermen tegen oplosmiddelen, stookolie, wasv-
loeistoffen, alle soorten chemicaliën, UV-stralen en
warmtebronnen van meer dan 40 °C.
> 20 mm
De kunststofdelen mogen niet in contact komen
met olie en vetten, oplosmiddelen en zure of ba-
sische reinigingsmiddelen. Na blootstelling aan
> 1 m
harde schokken en slagen (bijv. met ongeschikt
gereed-schap, val op een stenen vloer enz.) moeten
kunst-stofdelen altijd vervangen worden, ook als ze
geen zichtbare beschadigingen vertonen (risico op
barsten). Vermijd extreme drukschokken.
89
89