Tips voor het
bakken
U wilt bakken volgens uw
eigen recept.
Zo stelt u vast of de cake
goed doorbakken is.
De cake zakt in.
De cake is in het midden
gerezen maar lager aan de
randen.
De cake wordt te donker
aan de onderkant.
De cake is te droog.
Het brood of het gebak
(bijv. kwarkgebak) ziet er
goed uit, maar is van
binnen klef.
Het gebak laat zich niet uit
de bakvorm kloppen.
Tussen de vorm en het
rooster ontstaan vonken.
204
Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Prik ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd in
het hoogste punt van de cake. Als er geen deeg aan
het stokje blijft kleven, is hij klaar.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de
oventemperatuur 10 graden lager in. Houd rekening
met de omroertijden in het recept.
Alleen de bodem van de springvorm invetten. Na het
bakken maakt u de cake voorzichtig los met een mes.
Kies een lagere temperatuur en bak de cake iets
langer.
Prik met een tandenstoker kleine gaatjes in de gare
cake. Daarna giet u er vruchtensap of alcoholische
drank over. Kies de volgende keer een temperatuur
die 10 graden hoger is en maak de baktijd korter.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe en bak het
iets langer op een lagere temperatuur. Bij gebak met
vochtige vulling: eerst de bodem bakken, bestrooi
deze daarna met amandelen of paneermeel en voeg
dan pas de vulling toe. Houd rekening met de
recepten en de baktijden.
Laat het 5 tot 10 minuten afkoelen wanneer het klaar
is, dan kan het gemakkelijker uit de vorm worden
gehaald. Als het niet loslaat, probeert u de rand
voorzichtig los te maken met een mes. Keer de
bakvorm nogmaals om en bedek de vorm een paar
keer met een koude natte doek. Vet de volgende keer
de bakvorm goed in en strooi er wat paneermeel in.
Bak zonder magnetron verder, de baktijd wordt
hierdoor langer.