Probleem
Het apparaat maakt lawaai
Het apparaat werkt niet. Het
lampje brandt niet.
Het lampje werkt niet.
De compressor werkt continu.
Er loopt water over de achterkant
van de koelkast.
Er loopt water in de koelkast.
Er loopt water over de vloer.
De temperatuur in het apparaat is
te laag.
De temperatuur in het apparaat is
te hoog.
De temperatuur in de koelkast is
te hoog.
16
Mogelijke oorzaak
Het apparaat wordt niet goed onder-
steund
Het apparaat is uitgeschakeld.
De stekker zit niet goed in het stop-
contact.
Het apparaat krijgt geen stroom. Er
staat geen spanning op het stopcon-
tact.
Het lampje staat in stand-by.
Het lampje is stuk.
De temperatuur is niet goed ingesteld. Stel een hogere temperatuur in.
De deur is niet goed gesloten.
De deur is te vaak open gedaan.
De temperatuur van het product is te
hoog.
De kamertemperatuur is te hoog.
Tijdens het automatische ontdooipro-
ces ontdooit de rijp tegen de achter-
wand.
De waterafvoer is verstopt.
Producten verhinderen het water om
in de wateropvangbak te lopen.
De dooiwaterafvoer loopt niet in de
verdamperbak boven de compressor.
De thermostaatknop is niet goed in-
gesteld.
De thermostaatknop is niet goed in-
gesteld.
De deur is niet goed gesloten.
De temperatuur van het product is te
hoog.
Er zijn veel producten tegelijk opge-
borgen.
Er is geen koude luchtcirculatie in het
apparaat.
Oplossing
Controleer of het apparaat stabiel staat
(alle vier de voetjes moeten op de vloer
staan)
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het stopcon-
tact.
Sluit een ander elektrisch apparaat aan
op het stopcontact.
Neem contact op met een gekwalificeerd
elektricien.
Sluit en open de deur.
Zie 'Het lampje vervangen'.
Zie 'De deur sluiten'.
Laat de deur niet langer open staan dan
noodzakelijk.
Laat het product afkoelen tot kamertem-
peratuur voordat u het opbergt.
Verlaag de kamertemperatuur.
Dit is normaal.
Maak de waterafvoer schoon.
Zorg ervoor dat de producten de ach-
terwand niet raken.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de
verdamperbak.
Stel een hogere temperatuur in.
Stel een lagere temperatuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
Laat het product afkoelen tot kamertem-
peratuur voordat u het opbergt.
Berg minder producten tegelijk op.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie
in het apparaat is.