Kenmerken van de ingangen voor inverters van het type M/T en T/T
Minimale inschakelspanning [V]
Maximale uitschakelspanning [V]
Maximaal toelaatbare spanning [V]
Opgenomen stroom bij 12V [mA]
N.B. De ingangen kunnen met iedere polariteit worden aangestuurd (positief of negatief ten opzichte van de eigen
massaretour)
2.3.4
Aansluiting van de gebruikersuitgangen
De gebruikersuitgangen zijn alleen beschikbaar voor inverters van type M/T en T/T.
Hieronder ziet u het aansluitschema en de elektrische kenmerken van de ingangen.
Contacttype
Max. spanning die verdragen kan worden [V]
Max. stroom die verdragen kan worden [A]
2.3.5
Aansluiting van de afstanddruksensor
2.3.6
Aansluiting multi inverter communicatie
De multi inverter communicatie vindt plaats via de connectors die zijn aangegeven in Tabel 10. De aansluiting moet
tot stand worden gebracht door de overeenkomstige pinnen op verschillende inverters onderling te verbinden (bijv. pin
1 van de inverter A op pin 1 van de inverter B etc.). Het wordt aanbevolen om getwiste en afgeschermde kabel te
gebruiken. De afscherming moet aan beide zijden zijn verbonden met de centrale pin van de connector.
Tabel 6: kenmerken van de ingangen
Aansluitschema van de gebruikersuitgangen
Type
Naam
inverter
connector
M/T
J13
T/T
J6
Tabel 7: aansluiting van de uitgangen
Afbeelding 3: aansluiting van de uitgangen
Kenmerken van de uitgangscontacten
Tabel 8: kenmerken van de uitgangscontacten
Aansluiting van de afstandsensor
Type inverter
M/T
T/T
M/M
Tabel 9: aansluiting van de afstandsdruksensor
NEDERLANDS
Ingressi DC [V]
8
2
36
3,3
Pin
Out 1
1-2
3-4
Out 2
Out 1
1-2
3-4
Out 2
NO
250
5
-> resistieve lading
2,5 -> inductieve lading
Naam connector
J8
J10
J6
201
Ingressi AC 50-60 Hz [Vrms]
6
1,5
36
3,3
Uitgang