bochten met een minimum straal tot 5"
(13 cm) nemen zonder beschadiging.
• Controleer of de te inspecteren zone van
stroom wordt voorzien. Zo ja, moet de
stroomvoorziening van die zone worden
uitgeschakeld om het risico van elektro-
cutie te beperken. Gebruik aangepaste
vergrendelingsprocedures om te voor-
komen dat de stroom opnieuw wordt
ingeschakeld tijdens de inspectie.
• Ga na of u tijdens de inspectie op vloei-
stoff en zult stoten. De kabel en camera-
kop zijn waterdicht tot een diepte van 10'
(3 m). Grotere dieptes kunnen lekkage in
kabel en camerakop veroorzaken met
het risico van een elektrische schok of
beschadiging van het apparaat. De dis-
playeenheid met handvat is waterdicht
(IP65) maar mag niet in water worden
ondergedompeld.
• Ga na of er eventueel chemicaliën aan-
wezig zijn, zeker als het om afvoerleidin-
gen gaat. Het is belangrijk dat u de spe-
cifi eke veiligheidsmaatregelen begrijpt
die noodzakelijk zijn om te werken in
aanwezigheid van chemicaliën. Contac-
teer de chemicaliënfabrikant voor de
vereiste informatie. Chemicaliën kunnen
de inspectiecamera beschadigen of aan-
tasten.
• Bepaal de temperatuur van de zone en
de voorwerpen in de zone. De bedrijfs-
temperatuur van de inspectiecamera
bedraagt 32°F (0°C) tot 130°F (55°C). Ge-
bruik bij temperaturen buiten dit bereik
of contact met hetere of koudere items
kan schade aan de camera veroorzaken.
• Controleer of de te inspecteren zone be-
wegende onderdelen bevat. Zo ja, moe-
ten die onderdelen worden uitgescha-
keld om beweging tijdens de inspectie
te voorkomen en het risico van verstrik-
king te beperken. Gebruik aangepaste
vergrendelingsprocedures om te voor-
komen dat de onderdelen tijdens de in-
spectie opnieuw in beweging komen.
Als de micro CA-300-inspectiecamera niet het
juiste apparaat is voor de betreff ende toepas-
sing, kunt u altijd bij RIDGID terecht voor andere
inspectieapparatuur. Voor een complete lijst van
RIDGID-producten, zie de RIDGID-catalogus, on-
line op www.RIDGID.com of www.RIDGID.eu.
3. Vergewis u ervan dat de micro CA-300-
inspectiecamera voor elk gebruik gron-
dig is gecontroleerd.
micro CA-300-inspectiecamera
4. Installeer de juiste hulpstukken voor de
toepassing.
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
Draag altijd een beschermbril om uw ogen
te beschermen tegen vuil en andere vreem-
de elementen.
Volg de bedieningsinstructies om het risico
van letsel door een elektrische schok, ver-
strikking of andere oorzaken te beperken.
1. Vergewis u ervan dat de inspectiecamera
correct is afgesteld, de werkplek goed is
ingericht en u niet kunt worden afgeleid
door omstanders of andere zaken.
2. Houd de aan/uit-knop gedurende twee
seconden ingedrukt. De lampjes van de
camerakop moeten aangaan, en vervol-
gens moet er een splash-scherm ver-
schijnen. Dat scherm vertelt u dat het ap-
paraat wordt gestart. Zodra het product
klaar is voor gebruik, wordt automatisch
het livescherm weergegeven.
Figuur 12 – Splash-scherm
(Opmerking: Versie verandert
met elke fi rmware update.)
Livescherm
Voor het grootste deel van uw werk zult u het
livescherm nodig hebben. Daarop wordt een
livebeeld weergegeven van wat de camera
ziet. U kunt in- en uitzoomen, de helderheid
van de LEDs regelen en foto's en video-opna-
mes maken vanuit dit scherm.
Het scherm heeft bovenaan een status-
balk waarin modus, zoom, eventueel SD™-
91