6.3 Bliksembeveiliging
De installatie kan worden uitgerust met een speciale beveiliging
tegen overspanning, om de motor te beschermen tegen span-
ningspieken in de voeding wanneer de bliksem in de omgeving
inslaat. Zie afb. 10.
L1
L2
L3
PE
825045
Driefasen
Afb. 10 Bevestiging van een systeem voor overspanningsbe-
veiliging
De overspanningsbeveiliging beveiligt de motor echter niet tegen
directe blikseminslag.
De overspanningsbeveiliging dient zo dicht mogelijk in de buurt
van de motor op de installatie te worden aangesloten, in overeen-
stemming met de lokale regelgeving. Informeer bij Grundfos naar
bliksembeveiligingen.
MS 402 motoren hebben echter geen extra bliksembeveiliging
nodig aangezien ze dermate goed geïsoleerd zijn.
Een speciale kabelverbindingset met ingebouwde overspannings-
beveiliging is verkrijgbaar voor Grundfos 4" motoren
(productnr. 799911 of 799912).
6.4 Kabelafmetingen
De kabels voor onderwatermotoren worden
gespecificeerd voor onderdompeling in vloeistof
Voorzichtig
en hun diameter is niet noodzakelijkerwijs vol-
doende voor gebruik in lucht.
Zorg ervoor dat de onderwaterkabel bestand is tegen permanente
onderdompeling in de te verpompen vloeistof bij de actuele tem-
peratuur.
De diameter (q) van de kabel moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
De afmetingen van de onderwaterkabel dienen geschikt te zijn
voor de nominale maximale stroom (I
De diameter dient groot genoeg te zijn om spanningsverlies over
de kabel te kunnen opvangen.
Grundfos levert onderwaterkabels voor een groot aantal installa-
ties. Voor een correcte bepaling van de kabelafmetingen biedt
Grundfos een tool aan op de USB-stick die wordt meegeleverd
met de motor.
Afb. 11 Tool voor bepaling van kabelafmetingen
238
L
N
PE
825017
Eénfase
) van de motor.
n
Het tool voor bepaling van kabelafmetingen levert een nauwkeu-
rige berekening van het spanningsverlies bij een gegeven diame-
ter op basis van de volgende parameters:
•
kabellengte
•
bedrijfsspanning
•
stroom bij volledige belasting
•
vermogensfactor
•
omgevingstemperatuur.
U kunt het spanningsverlies berekenen voor directe inschakeling
en ster-driehoek starten.
Teneinde de spanningsverliezen tijdens bedrijf tot een minimum
te beperken, kan de diameter van de kabel worden vergroot.
Dit is alleen kosteneffectief als het boorgat de nodige ruimte biedt
en als de bedrijfstijd van de pomp lang is. Het tool voor bepaling
van de kabelafmetingen biedt tevens een calculator voor vermo-
gensverlies dat de mogelijke besparingen bij een grotere diame-
ter aangeeft.
Selecteer, als alternatief voor het tool ter bepaling van de kabel-
afmetingen, de diameter op basis van de huidige waarden van de
desbetreffende kabels.
De diameter van de onderwaterkabel moet toereikend zijn om te
voldoen aan de eisen voor de spanningsvoorziening als vermeld
in
6. Elektrische
aansluiting.
Bepaal aan de hand van de diagrammen op pagina's
wat het spanningsverlies is voor een bepaalde diameter van de
onderwaterkabel.
Gebruik de volgende formule:
I = nominale maximale ingangsstroom van de motor.
Bij ster/driehoek starten geldt: I = nominale ingangsstroom van de
motor x 0,58.
Lx = Lengte van de kabel vertaald in een spanningsverlies van
1 % van de nominale spanning.
lengte van onderwaterkabel
Lx =
toelaatbaar spanningsverlies in %
q = Diameter van de onderwaterkabel.
Trek een rechte lijn tussen de actuele I-waarde en de Lx-waarde.
Kies de dikte die recht boven het punt wordt aangegeven waar de
lijn de q-as kruist.
De diagrammen zijn gebaseerd op de volgende formules:
Éénfase onderwatermotor
U × ∆U
L =
I × 2 × 100 ×
cos
sin
-- -
+
q
Driefasen onderwatermotor
U × ∆U
L =
I × 1,73 × 100 ×
cos
-- -
+
q
L
= Lengte van de onderwaterkabel [m]
U
= Nominale spanning [V]
∆U
= Spanningsverlies [%]
I
= De nominale maximale stroom van de motor [A]
cos φ = 0,9
ρ
= Soortelijke weerstand: 0,02 [Ωmm
q
= Diameter van de onderwaterkabel [mm
sin φ
= 0,436
Xl
= Inductieweerstand: 0,078 x 10
433
en
434
XI
sin
XI
2
/m]
2
]
-3
[Ω/m].