Configuratie; Standaard Fabrieksinstelling - Dräger VarioGard series Gebrauchsanweisung

De transmitters die zijn aangesloten op de systeembus bewaken de
gasconcentratie in de omgevingslucht voortdurend.
De communicatie tussen de aangesloten transmitters en het
centrale apparaat geschiedt op digitale wijze via de systeembus.
Wanneer er geen alarm en geen storing is, brandt de bedrijfsaan-
duiding op het centrale apparaat groen.
Met de toesten en kan bij het meten het contrast van de
aanduiding worden ingesteld.
LET OP
!
Om een correcte meting te garanderen moet het gas
ongehinderd toegang hebben tot de transmitters!
3.1.1 Aanduiding van de gasconcentratie tijdens normale
werking
Aanduiding op het centrale apparaat:
Op bedrijfsaanduiding brandt continu
groen licht
Knop of indrukken
Aanduiding I: de actuele concen-
tratie op transmitter 1 wordt ge-
toond,
Aanduiding M: de gemiddelde
waarde van de concentratie
wordt getoond.
Dräger VarioGard
4
Maak gebruik van een pc en het programma VarioControl om een
apparaat
configureren (zie technische handleiding).
4.1
Na de eerste ingebruikneming, werkt het systeem met de standaard
fabrieksinstellingen:
Dräger VarioGard
Transmitter 1
20,9 Vol% O2 I
De concentraties van andere transmit-
ters die zijn aangesloten op de systeem-
bus kunnen door het
indrukken van de knoppen
den opgevraagd.

Configuratie

afwijkend van de

Standaard fabrieksinstelling

De aansluiting voor de noodstroomvoorziening en de alkaline
batterijen van de centrale worden niet gecontroleerd.
De gemiddelde waarden worden over een tijdsduur van
15 minuten berekend.
Instellingen van de alarmdrempels van de verschillende
transmitters volgens de tabel op Pagina 92.
Configuratie
Transmitter
18 ppm CO
nogmaals
of wor-
fabrieksinstelling, individueel
2
I
te
91