Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Maaihoogte; Kneusintensiteit; Bodemdruk - LELY 320 PC Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 320 PC:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

8

Maaihoogte

4.2
D.m.v. de rateltopstang (A, fig. 9) kan de gewenste maai-
hoogte worden ingesteld. De maaihoogte wordt kleiner
(langere topstang) of groter (kortere topstang) naarmate de
maaibalk meer of minder voorover wordt gesteld.
- Stel de gewenste maaihoogte in door middel van de
rateltopstang (A).
- Vergrendel de rateltopstang met behulp van het elastiek.

Kneusintensiteit

4.3
De kneusintensiteit kan worden ingesteld met behulp van de
regelklep in de kneuzer.
- Stel de regelklep af door het verdraaien van de spindel (B,
fig. 9).
Uiterst rechtsom gedraaid geeft de hoogste kneusinten-
siteit, uiterst linksom de laagste.
- De uiterste stand van de regelklep (opening) kan worden
begrensd met de daarvoor speciaal bestemde bussen en
borgclip (fig. 10).

Bodemdruk

4.4
De bodemdruk van de maaibalk wordt bepaald door de
voorspanning van de vier trekveren (fig. 11).
Wanneer de maaibalk tijdens het werk de neiging heeft te
gaan zweven en de bodem niet goed volgt, moet de voorspan-
ning van de veren lager worden afgesteld.
A
B
9
10
11

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis