Algemene Aanwijzing; Verwarmingstemperatuur Instellen (K); Spaartemperatuur Instellen (M); Vorstbeveiliging - Bosch TF 20 Handbuch

3.2

Algemene aanwijzing

• Wanneer de klep gesloten is, zijn alle functies
actief (zie „Reactietijden" op bladzijde 44).
• De TF 20 werkt met een vooraf ingegeven ver-
warmingskurve, die verband tussen buiten-
temperatuur en aanvoertemperatuur
(radiatortemperatuur) tot stand brengt.
• Wanneer de verwarmingskurve goed is inge-
steld, geeft dit een gelijkmatige ruimtetempe-
ratuur ondanks wisselende
buitentemperaturen (volgens de instelling van
de thermostaatkranen).
• Wanneer de draaiknop
brand het onderste controlelampje (l).
Stel de aanvoertemperatuur op
i
het verwarmingstoestel in op de
maximaal noodzakelijke aanvoer-
temperatuur.
3.3 Verwarmingstemperatuur
instellen (k)
B Verander de verwarmingstemperatuur (aan-
voertemperatuur waarop de regelaar bij de
normale verwarmingsfunctie regelt) met de
draaiknop (k).
Zie hoofdstuk 3.7.8 voor de juiste waarden.
De verwarmingskurve word parallel verscho-
ven.
Zodra het toegevoegde verwarmingscircuit
warmte vraagt, nu regelt de TF 20 het verwar-
mingstoestel op de gevraagde temperatuur.
6 720 610 838 (03.07)
(k) gekozen wordt,
3.4 Spaartemperatuur instellen
(m)
B Open de klep.
B Verander de spaartemperatuur (aanvoertem-
peratuur, waarop de regelaar bij de spaarfunc-
tie regelt) met draaiknop
Zie hoofdstuk 3.7.8 voor de juiste waarden.
De verwarmingskurve word parallel verscho-
ven.
Zodra het toegevoegde verwarmingscircuit
warmte vraagt, nu regelt de TF 20 het verwar-
mingstoestel op de gevraagde temperatuur.
Adviezen:
B Wanneer het gebouw voldoende geïsoleerd
is: Zet de draaiknop
ming tegen vorst).
B Ter voorkoming van een te sterke afkoeling
van de ruimten: maak gebruik van de ruimteaf-
hankelijke spaarfunctie (zie hoofdstuk 3.7.8).
3.5

Vorstbeveiliging

Staat de draaiknop
er een vorstbeveiliging voor het verwarmingscir-
cuit dat door de TF 20 geregeld is.
Wanneer slechts een van deze draaiknoppen op
staat, geldt de bescherming tegen vorst alleen
voor deze functie.
• Bij uitgeschakelde ruimtetemperatuur uitscha-
keling en buitentemperaturen onder de inge-
stelde Vorstgrens +/-, is er een
vorstbeveiliging voor het toegevoegde ver-
warmingscircuit (zie bladzijde 43).
• Bij ingeschakelde ruimtetemperatuur afscha-
kelng en een ruimtetemperatuur onder de 5˚C
is er een vorstbeveiliging voor het toege-
voegde verwarmingscircuit.
Bediening
(m).
(m) op (bescher-
(k) en (m) op , dan is
33