Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Wissen Van De Radiocodes; Controleleds; Werking Van Het Display; Bedrijfsparameters - Genius LYNX 06 Gebrauchsanleitung

Elektronisches steuergerät 230v/115v
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für LYNX 06:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 53
Page 64
LYNX 06
Gids voor de installateur
zelflerende fase op het geselecteerde kanaal geactiveerd.
5. Druk binnen 5 seconden op de nieuwe radioafstandsbediening op
de knop die u met het gekozen kanaal wilt combineren.
6. Na de nieuwe radioafstandsbediening te hebben opgeslagen, houdt
de besturingseenheid de zelflerende modus op het gekozen kanaal
ongeveer 5 seconden actief.
7. Tijdens deze 5 seconden kunnen andere radioafstandsbedieningen
op de besturingseenheid worden opgeslagen, eveneens in combi-
natie met het geactiveerde kanaal.
8. Als 5 seconden zijn verlopen na het opslaan van de laatste radioaf-
standsbediening, verlaat de besturingseenheid automatisch de
zelflerende procedure.
9. Om te controleren of de radioafstandsbediening correct in het geheu-
gen is opgeslagen, moet na het invoeren van de code 5 seconden
worden gewacht.
7.3. WISSEN VAN DE RADIOCODES
Om alle codes van de in het geheugen opgeslagen radioafstandsbedie-
ning te wissen, moet de volgende procedure worden gevolgd:
1. Druk een van de knoppen P3 of P4 in, en houd hem ingedrukt.
2. De bijbehorende led begint te knipperen.
3. Na vijf seconden begint de led snel te knipperen.
4. Na nog eens vijf seconden blijven de beide leds, DL7 en DL8,
branden.
5. Laat de knop los.
Deze handeling kan niet ongedaan worden gemaakt, alle ra-
dioafstandsbedieningen die met zowel het commando OPEN/
CLOSE als met het commando CLOSE zijn gecombineerd,
worden gewist.

8. CONTROLELEDS

Op de centrale zitten 8 controleleds waarmee de status van de ingangen
kan worden weergegeven. In de tabel hieronder is de betekenis van de
verschillende leds weergegeven
LED
E i n d s c h a k e l a a r
FCA - Eindschakelaar
o p e n e n n i e t i n g e -
voor het openen FCA
schakeld
FCC - Eindschakelaar
Eindschakelaar sluiten
voor het sluiten FCC
niet ingeschakeld
CLOSE - ingang CLO-
Ingang actief
SE
OP/CL - Ingang OPEN/
Ingang actief
CLOSE
FSW - Ingang veili-
Veiligheidsvoorzie-
gheidsvoorzieningen
n i n g e n n i e t i n g e -
FSW
schakeld
STOP - Ingang STOP Ingang niet actief
DL7 - Ingang radio
Radiokanaal actief
OPEN/CLOSE
DL8 - Ingang radio
Radiokanaal actief
CLOSE
De conditie van de leds met het automatisch systeem gesloten in
de ruststand is vetgedrukt weergegeven.
Als er geen STOP-veiligheidsvoorzieningen worden aangesloten,
moeten de klemmen 18 & 20 worden verbonden. De led STOP
moet altijd branden.
Als er geen veiligheidsvoorzieningen worden gebruikt,
m o e t e n d e k l e m m e n 1 7 & 2 0 w o r d e n v e r b o n d e n .
De led FSW moet altijd branden.
9. WERKING VAN HET DISPLAY
De besturingseenheid heeft een ruim display met achtergrondverlichting
waarmee de verschillende bedrijfsparameters van het automatisch sy-
steem kunnen worden weergegeven en geprogrammeerd. Daarnaast
geeft dit display, tijdens de normale werking van het automatisch systeem,
constant de status van het systeem weer. In de volgende tabel zijn alle
indicaties aangegeven die tijdens de normale werking op het display
worden weergegeven:
Weergegeven
Status automatisch systeem / beschrijving
waarde
– –
Automatisch systeem gesloten in ruststand
O P
Automatisch systeem gaat open of is open
AAN
UIT
Eindschakelaar openen
ingeschakeld
Eindaanslag sluiten
ingeschakeld
Ingang niet actief
Ingang niet actief
Veiligheidsvoorzienin-
gen ingeschakeld
Ingang actief
Radiokanaal niet ac-
tief
Radiokanaal niet ac-
tief
Weergegeven
Status automatisch systeem / beschrijving
waarde
Automatisch systeem open in pauze (alleen als de au-
t c
tomatische sluiting is geselecteerd)
C L
Automatisch systeem gaat dicht
Verwarming motor, wordt alleen weergegeven tijdens
r r
de verwarmingsfase (zie de volgende paragraaf om de
werking te activeren)
Verzoek om assistentie wordt alleen weergegeven als
A S
de bijbehorende parameter is geactiveerd en als het in-
gestelde aantal cycli is bereikt.

10. BEDRIJFSPARAMETERS

IDe bedrijfsparameters en hun programmering worden op het display
van de besturingseenheid weergegeven met twee tekens: een letter,
hoofdletter of kleine letter, en een cijfer. De letter identificeert de bedrijf-
sparameter die wordt gewijzigd, terwijl het cijfer de ingestelde waarde
aangeeft. Als op het display bijvoorbeeld "A2" wordt afgelezen, betekent
dit dat de parameter "A" wordt gewijzigd, werking met of zonder encoder
en kracht motor, en dat de ingestelde waarde op dat moment "2" is.
Volg de volgende procedure om toegang te krijgen tot het instellen van
de bedrijfsparameters, als het systeem voor het eerst in bedrijf wordt
gesteld:
1. Schakel de voeding naar de installatie in en controleer of alle leds
zich in de in paragraaf 8 weergegeven toestand bevinden.
2. Controleer of het display de waarde "– –", automatisch systeem in
de ruststand, weergeeft.
3. Druk de knop P1 in, en houd hem ingedrukt tot op het display de
naam van de eerste parameter verschijnt.
4. Druk op de knop P2 om de ingestelde waarde te wijzigen.
5. Druk op knop P1 om naar de volgende parameter te gaan.
6. Als 60 seconden zijn verstreken zonder dat er een toets is aange-
raakt, verlaat de besturingseenheid automatisch de regelmodus. Het
is mogelijk de regelmodus handmatig te verlaten, door met de toets
P1 door alle parameters te lopen. Wanneer het display de waarde
"– –" weergeeft, bent u teruggekeerd naar de normale werking.
In de volgende tabel zijn alle instelbare parameters en de toekenbare
waarden weergegeven:
Display
Param-
Waar-
eter
de
Werking met encoder / instellen kracht motor
0
Werking van de besturingseenheid met encoder.
1
Lage kracht motor
2
3
4
5
A
6
7
8
9
Hoge kracht motor
Ins tellen gevoeligheid encoder: Met deze parameter worden de kracht
van de motor en de gevoeligheid van obstakeldetectie van de encoder
beheerd. Deze parameter is alleen actief als de parameter "A" op "0"
is ingesteld.
1
Kracht motor minimaal, gevoeligheid encoder hoog.
Kracht motor gemiddeld-laag, gevoeligheid encoder
2
gemiddeld-hoog.
b
Kracht motor gemiddeld-hoog, gevoeligheid encoder
3
gemiddeld-laag.
4
Kracht motor hoog, gevoeligheid encoder laag
Beschrijving

Werbung

Kapitel

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis