Hoge statische druk weggewerkte kanalen
11
INSTALLATIE
Installeer de airconditioner niet op de volgende plaatsen
• Installeer de airconditioner niet op minder dan 1 m van een tv, stereo-installatie of radio. Op die plaatsen zou de ruis van de
airconditioner een nadelig effect kunnen hebben op de werking van die apparatuur.
• Installeer de airconditioner niet in de buurt van hoogfrequente apparatuur (naaimachine of professionele massageapparatuur
enz.). De werking van de airconditioner kan erdoor verstoord worden.
• Installeer de airconditioner niet in een vochtige of oliehoudende omgeving of op een plaats waar stoom, roet of bijtende
gassen opgewekt worden.
• Installeer de airconditioner niet in een zoute omgeving, zoals aan de kust.
• Installeer de airconditioner niet op een plaats waar veel machineolie wordt gebruikt.
• Installeer de airconditioner niet op een plaats die gewoonlijk blootgesteld wordt aan sterke wind, zoals aan de kust.
• Installeer de airconditioner niet op plaatsen waar veel zwavelhoudende gassen worden opgewekt, zoals in een kuuroord.
• Installeer de airconditioner niet op een vaartuig of in een mobiele kraan.
• Installeer de airconditioner niet in een atmosfeer met een hoog gehalte aan zuren of basen (in een gebied met geisers of in
de nabijheid van een chemicaliënfabriek, of op een plaats waar veel verbrandingsgassen uitgestoten worden). De aluminium
vin en de koperen leiding van de warmtewisselaar kunnen aangetast worden.
• Installeer de airconditioner niet dicht bij een obstakel (ventilatiegat, lichtapparatuur, enz.) die het uitblazen van lucht kunnen
hinderen. (Een onstandvastige luchtstroom kan de werking van het toestel verminderen of uitschakelen.)
• Gebruik deze airconditioner niet voor speciale doeleinden zoals het conserveren van voedsel, precisie-instrumenten of
kunstobjecten, het fokken van dieren of kweken van planten.
(Het kan de kwaliteit van de bewaarde materialen aantasten.)
• Installeer de airconditioner niet boven een voorwerp dat niet nat mag worden. (Bij een luchtvochtigheid vanaf 80% of wanneer
de afvoeropening verstopt is, kan er condenswater uit de binnenunit lopen.)
• Installeer de airconditioner niet op een plaats waar een natuurlijk oplosmiddel gebruikt wordt.
• Installeer de airconditioner niet dicht bij deuren of ramen die aan vochtige buitenlucht blootgesteld zijn.
Er kan condenswater op de airconditioner ontstaan.
• Installeer de airconditioner niet op een plaats waar vaak een bijzondere spray verstoven wordt.
Houd rekening met ruis of trillingen
• Installeer de airconditioner niet op een plaats waar het geluid van de buitenunit of de hete lucht van de luchtuitlaat overlast
voor de buren veroorzaakt.
• Installeer de airconditioner op een stevige en stabiele ondergrond om te voorkomen dat resonantie, het motorgeluid en
trillingen overgebracht worden.
• Als een binnenunit in werking is, kunnen de andere binnenunits ook enig geluid produceren, hoewel die niet in werking zijn.
– 152 –
Gebruiksaanwijzing
NL
20-NL