6.2.3
Klep van het vuilreservoir openen/sluiten
6.2.4
Natte reiniging starten
LET OP
Bij het vegen of schuurzuigen is het aanbevolen om de
klep van het vuilreservoir te openen.
1 Indicatielampje (klep vuilreservoir)
2 Klep van het vuilreservoir openen/sluiten
Tip
Als het indicatielampje brandt, is de klep gesloten.
Als het indicatielampje brandt, de hendel bedienen en
de klep openen.
LET OP
Ongevalgevaar, verwondingsgevaar!
Ongeautoriseerde personen uit het reinigingsbereik
houden.
Een gepast waarschuwingsbord plaatsen.
1 Borstels in-/uitschakelen
2 Zijdelingse schrobmodule optillen/neerlaten
3 Schakelaar zuigturbine.
4 Schakelaar waterpomp
5 Instelling toerental motor
6 Parkeerrem
7 Waterdosering, borstelwals
8 Waterdosering, zijdelingse schrobmodule
Motortoerental op max. zetten.
Klep vuilreservoir openen.
Hendel bedienen en borstels inschakelen. De borstels
worden neergelaten.
Indien nodig de borstelaandrukkracht instellen, zie
hoofdstuk "Borstelaandrukkracht instellen".
Hendel bedienen en zijdelingse schrobmodule neerla-
ten.
Waterpomp inschakelen.
Waterdosering voor zijdelingse schrobmodule en bor-
stels selecteren.
Schakelaar zuigturbine inschakelen.
Tip
De zuigbalk wordt neergelaten.
Parkeerrem losmaken.
De natte reiniging starten.
Tip
Het opgenomen vuil wordt in het vuilwaterreservoir en evt.
in het vuilreservoir verzameld.
17
-
NL
175