HOOFDSTUK 4
4.3 Volgorde van bediening
1. Schakel de voeding in door de schakelaar van de wandcontactdoos
in te schakelen. Het lampje van de hoofdvoeding gaat pas branden
wanneer de voedingsschakelaar van de console is ingeschakeld. Het
foutlampje moet knipperen en doven.
2. Selecteer de instelling Paneel / Extern. Als de stroom wordt geregeld
vanaf een CNC-snijmachine, zet u de schakelaar in de stand Extern.
Raadpleeg de instructies van de snijmachine voor de stroominstelling.
Als de stroom niet door de CNC wordt geregeld, selecteert u Paneel
en stelt u de stroom in met de uitgangsstroomdraaiknop.
3. Controleer het niveau van de koelvloeistof. U moet het niveau
controleren met de hoofdvoeding van de console in de stand UIT.
Het koelvloeistofniveau moet binnen het veilige bedieningsniveau
vallen.
4. Stel de hoog-/laagschakelaar van de hulpboog in. Raadpleeg de
snijprocesgegevens in de toortshandleiding.
5. Schakel de consolevoeding in door de voedingsschakelaar in de
stand AAN te zetten. Het witte lampje aan de linkerkant van de
schakelaar gaat branden.
6. Controleer de druk van de koelvloeistof. De druk wordt in de fabriek
in gesteld op 5,5 à 6,2 bar.
7. Begin met plasmasnijden. U kunt ook andere opties met de hand
instellen, afhankelijk van het complete plasmapakket.
Als u de modus Paneel gebruikt na het snijden, stelt u de stroom tot
de gewenste hoeveelheid bij.
Controleer of er geen foutindicatielampjes branden. Als een foutlampje
brandt, SCHAKELT U ONMIDDELLIJK DE STROOM UIT en raadpleegt
u het onderdeel Probleemoplossing.
76
BEDIENING