10.2 GELIJKSTROOM-METINGEN (DC)
Voer geen metingen uit in circuits met spanningen > 500 VDC of
> 500 VAC
Wees uiterst voorzichtig bij metingen hoger dan 60 VDC of 30 VAC
rms.
Houd tijdens metingen uw vingers steeds achter de
beschermingsrand van de meetpennen!
1.
Zet de draaischakelaar op mA=.
2.
Sluit de meetsnoeren IN REEKS aan op het circuit waarvan u de
belasting wilt meten.
3.
De meetwaarde wordt samen met de polariteit van de rode meetsnoer
op de LCD-display weergegeven.
Opmerkingen
Als het bereik niet op voorhand gekend is, zet de bereikschakelaar op
de hoogste stand en verminder tot de juiste aflezing wordt bereikt.
Als de waarde buiten het meetbereik valt, verschijnt op de display 1 of -
1. Stel een hoger bereik in.
De max. ingangsstroom is 200 mA.
10.3 WEERSTANDSMETING
Voer geen weerstandsmetingen uit in circuits waarop spanning
aanwezig is. Zorg ervoor dat alle condensatoren in het circuit
volledig ontladen zijn.
1.
Zet de draaischakelaar op Ω.
2.
Sluit de meetsnoeren aan op de weerstand. De meetwaarde wordt op
de LCD-display weergegeven.
Opmerkingen
Zorg ervoor dat bij weerstandsmetingen geen spanning meer op het
circuit staat en condensatoren volledig ontladen zijn.
Als de waarde buiten het meetbereik valt, verschijnt op de display 1 of -
1. Stel een hoger bereik in.
V. 01 – 06/04/2017
DVM811
22
©Velleman nv