Laadkarakteris-
1.
tiek kiezen
2.
3.
Op de Stop/Start toets drukken op de laadkarakteristiek in overeenstemming met
het gegevensblad te kiezen
Wordt binnen de volgende 10 s geen keuze gemaakt, dan wordt de gekozen laad-
karakteristiek in het geheugen opgeslagen.
Belangrijk! Tijdens deze 10 s geen accu aansluiten. Wordt binnen deze 10 s een
accu aangesloten, dan wordt de laadkarakteristiek niet in het geheugen opgeslagen.
De verdere wijze van handelen kunt u vinden in het hoofdstuk „Accu laden".
Beide lampjes 'Bedrijfsklaar' branden. Het laadapparaat is met de nieuw gekozen
laadkarakteristiek automatisch gereed voor het volgende laadproces:
24 V
12 V
11