Automatische werking
De vlotterschakelaar (5) schakelt de pomp automatisch in
wanneer het waterpeil hoger is dan de inschakelhoogte,
het water wordt vervolgens weggepompt. De
vlotterschakelaar (5) schakelt de pomp weer uit zodra het
waterpeil daalt tot onder de uitschakelhoogte.
1. Plaats de pomp op een stevige, vlakke ondergrond, of
gebruik een touw bevestigd door de boring (6) in het
handvat om de pomp onder te dompelen in een put of
schacht.
Zorg tijdens de automatische werking ervoor dat de
vlotterschakelaar (5) vrij kan bewegen.
2. Sluit de voedingskabel aan op een stopcontact.
De in- en uitschakelhoogte instellen:
De in- en uitschakelhoogte (zie Technische gegevens) kan
worden ingesteld.
170
Bediening
7
6
5
1. Druk de kabel van de vlotterschakelaar (5) in een
•
•
•
•
Handmatige bediening
De minimale restwaterdiepte (zie Technische gegevens)
kan alleen worden bereikt in de handmatige modus omdat
de vlotterschakelaar de pomp in de automatische modus
al eerder uitschakelt.
opening in de vergrendeling (7) van de
vlotterschakelaar.
Selecteer niet een te korte of te lange kabellengte,
zodat de vlotter correct in en uit kan schakelen.
Hoe hoger de opening van de vergrendeling (7) van de
vlotterschakelaar, hoe hoger de in- en
uitschakelhoogte.
Hoe korter de kabellengte tussen de vlotterschakelaar
(5) en de vergrendeling (7), hoe lager de
inschakelhoogte en hoe hoger de uitschakelhoogte.
De kabellengte tussen de vlotterschakelaar (5) en de
vergrendeling (7) van de vlotterschakelaar moet altijd
ten minste 10 cm bedragen.
5
36 - 001 - 08.07.2016