Nederlands
1. Algemeen
Inbouw en in bedrijf nemen alleen door vak-
personeel
1.1 Toepassing
Met de Jetpomp biedt Wilo een goedkope water-
verzorginginstallatie aan voor huis, hobby en tuin.
De pompen zijn geschikt voor:
– het bewaterenen beregenen uit plassen, beken
en bronnen,
– het legen van vaten,
– het leegpompen van volgelopen kelderruimtes.
De pomp werkt in zuigbedrijf (bijv. uit bronnen) of
toeloopbedrijf (bijv. uit open vaten).
De pomp mag niet op het openbare drinkwaternet
worden aangesloten!
1.2 Informatie over het product
1.2.1 Aansluitgegevens en prestaties
Toelaatbare media: water zonder vaste bestand-
delen, tap-, koud-, koel- en regenwater.
Voor het verpompen van andere media dient
toestemming aan Wilo te worden gevraagd.
• Toelaatbare temperatuur min./max. + 5 °C tot + 35 °C
• Omgevingstemperatuur min./max.. 0...40 °C
• Maximale zuighoogte: 8 m
• 1~: 2850 1/min (50 Hz)
• 3~: 3450 1/min (60 Hz)
• Zuig- en persaansluiting DN: G1"
• Max. toelaatbare bedrijfsdruk: 6 bar
• Isolatieklasse: 130
• Bescherming tegen vocht IP 44
• Elektrische aansluiting 1 ~ 230 V ±6%, 50 Hz /
Bij de bestelling van onderdelen dienen alle gege-
vens op het typeplaatje van de installatie te wor-
den opgegeven.
2. Veiligheid
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen,
die bij de montage en inbedrijfname in acht geno-
men dienen te worden.
Daarom is het noodzakelijk dat deze handleiding
voor de montage en in bedrijfname door zowel de
monteur als de gebruiker worden gelezen. Men
dient niet alleen rekening te houden met de onder
het hoofdstuk „Veiligheid" genoemde algemene
veiligheidsvoorschriften, maar ook met de hierna
aangegeven speciale veiligheidssymbolen.
2.1 Veiligheidsymbolen
Algemeen gevaarsymboolHet niet in achtnemen
van de veiligheidsvoorschriften, kan tot gevaar
voor personen leiden.
Waarschuwing voor elektrische spanning.
OPGELET! Veiligheidsvoorschriften, die bij het
niet naleven ervan gevaar opleveren voor de
pomp/installatie en haar werking.
2.2 Personeelskwalificatie
Het personeel, belast met de plaatsing, de bedie-
ning, het onderhoud en de inspectie moet voor
dit werk voldoende zijn gekwalificeerd.
16
3 ~ 400 V ±6%, 50 Hz /
1 ~ 220-240 V ±6%, 60 Hz
3 ~ 220-254/380-440 V
±6%, 60 Hz
2.3 Gevaar bij het niet naleven van de veiligheids-
voorschriften
Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften
kan gevaar opleveren voor personen en de
pomp/installatie. Het niet naleven van de veilig-
heidsvoorschriften kan leiden tot het verlies van
elke aanspraak op schadevergoeding. Het niet
naleven kan bijvoorbeeld leiden tot de volgende
gevaren.
– Het falen van belangrijke functies van het
appraat,
– Verwonding van personen door elektrische en
mechanische oorzaken.
2.4 Veiligheidsvoorschriften voor de gebruiker
Er moet worden gelet op de bestaande regels ter
voorkming van ongevallen.
Dit product mag niet in bedrijf gesteld of bediend
worden door personen met verminderde toe -
rekeningsvatbaarheid (inclusief kinderen) of door
personen zonder relevante vakkennis. Uit -
zonderingen zijn alleen toegestaan indien hiertoe
opdracht gegeven is door personen die verant-
woordelijk zijn voor de veiligheid.
Gevaar door elektrische energie moet worden
voorkomen. Er moet rekening worden gehouden
met de algemene richtlijnen (vb. IEC, VDE, NEN
enz) en de voorschriften van het plaatselijke
energie-bedrijf.
2.5 Veiligheidsvoorschriften voor inspectie- en
montagewerkzaamheden
De gebruiker dient er voor te zorgen dat alle
inspectie- en montagewerkzaamheden worden
uitgevoerd door erkend en gekwalificeerd vakper-
soneel, dat zich door het aandachtig lezen van de
handleiding voldoende heeft geinformeerd.
In principe mogen werkzaamheden aan de
pomp/installatie alleen worden uitgevoerd bij stil-
stand.
2.6 Eigenhandige ombouw en vervaardiging van
onderdelen
Wijzigingen aan de pomp/installatie zijn alleen
toegestaan na overleg met de fabrikant. Originele
onderdelen en de door de fabrikant goedgekeur-
de toebehoren is in het belang van de veiligheid.
Het gebruik van andere onderdelen kan de aan-
sprakelijkheid voor de daaruit ontstane gevolgen
opheffen.
2.7 Ontoelaatbare bedrijfsomstandigheden
De bedrijfszekerheid van de geleverde pomp/instal-
latie is alleen gewaarborgd bij bestemmingsmatig
gebruik volgens deel 1 van de handleiding. De in de
catalogus/datablad aangegeven grenswaarden
mogen in geen geval worden onderresp. overschre-
den.
3. Transport en tussenopslag
OPGELET! De pomp mag niet worden blootge-
steld aan temperaturen lager dan 0 °C en hoger
dan +40 °C.
Als de geleverde pomp pas op een later tijdstip
wordt gemonteerd, moet deze tegen vocht,
mechanische beschadiging door stoten/slaan en
alle externe invloeden worden beschermd.
Er dient voorzichtig met de pomp te worden
WILO SE 11/2009