t.LUC
Het relais wordt geactiveerd bij ontvangst van de startimpuls of van de voetgangersstartimpuls. Door deze optie te kiezen, gaat
men een submenu binnen waarin de duur van de activering van het relais ingesteld kan worden van 0.0" tot 20'0 (default 1'00).
Bij het verstrijken van de timer wordt het relais gedeactiveerd.
no
Het relais van de servicelichten wordt niet automatisch geactiveerd.
CiCL
Het relais wordt geactiveerd tijdens de bewegingsfasen van de poort. Wanneer de poort stopt (geopend of gesloten), wordt het
relais nog actief gehouden gedurende de tijd die ingesteld is in het sub-menu t.LUC.
Indien de optie LP.PA geactiveerd is, wordt het relais ook tijdens de pauze actief gehouden.
Servicelichten
Met dit menu is het mogelijk de werking van de
servicelichten op automatische wijze in te stellen
tijdens de openingscyclus van het hek.
NOTA: indien de uitgang gebruikt wordt voor het
besturen van een knipperlicht (met interne
intermitterende werking) dan dient men de optie
CiCL
te selecteren.
m
LET OP: uitgang B1-B2 levert alleen de
sluiting van een droog contact.
Hulpkanaal
Met dit menu kan de werking van het relais voor de inschakeling van de
servicelichten ingesteld worden via een afstandsbediening die op kanaal
4 van de ontvanger bewaard is.
tiM
Het relais wordt geactiveerd bij ontvangst van de zending door
de afstandsbediening en wordt gedeactiveerd na de tijd die
ingesteld is voor parameter t.LUC in het menu LUCi
biSt
De status van het relais schakelt om bij iedere verzending van
de ontvangen afstandsbediening.
Mon
Het relais wordt geactiveerd en gedurende de gehele duur van
de verzending door de afstandsbediening. Door de knop van de
afstandsbediening los te laten, wordt het relais gedeactiveerd.
m
LET OP: uitgang B1-B2 levert alleen de sluiting van een
droog contact.
Instelling laagspanninguitgang
Met dit menu kan de werking van de laagspanninguitgang ingesteld
worden.
no
niet gebruikt
FLSh
functie knipperlicht (vaste frequentie)
WL
functie controlelamp: geeft de real time status van het poort
aan.
De wijze van knipperen duidt op de vier mogelijke situaties:
- POORT STAAT STIL het licht is uitgeschakeld
- POORT OP PAUZE het licht is altijd ingeschakeld
- POORT GAAT OPEN het licht knippert langzaam (2Hz)
- POORT GAAT DICHT het licht knippert snel (4Hz)
63