8 - STUURCENTRALE
De PD15 is uitgerust met een display waarmee niet alleen een
eenvoudige programmering mogelijk is maar ook de constante
bewaking van de status van de ingangen. De menustructuur
zorgt voor een eenvoudige instelling van de werktijden en van de
werklogica's.
Met inachtneming van de Europese voorschriften inzake de
elektrische veiligheid en de elektromagnetische compatibiliteit
(EN 60335-1, EN 50081-1 en EN 50082-1) wordt het product
gekenmerkt door de volledige elektrische isolatie tussen het
digitale circuit en het vermogenscircuit.
Overige kenmerken:
• Ingebouwde ledverlichting op de kaart van de centrale
• Automatische controle voor de omschakeling van de relais met
nulstroom
• Afstelling van het vermogen met stroomverdeling.
• Detectie van de obstakels door middel van bewaking
van de stroom in de motor
• Automatisch aanleren van de werktijden
• Test van de veiligheidsvoorzieningen (fotocellen en
veiligheidslijsten) vóór iedere opening.
• Deactivering van de veiligheidsingangen via het
configuratiemenu: het is niet nodig bruggen te maken tussen
de klemmen van de niet geïnstalleerde beveiliging.
Het volstaat de functie uit te schakelen vanaf het betreffende
menu.
• Mogelijkheid de programmering van de stuurcentrale te
blokkeren met de optioneel verkrijgbare sleutel CL1+.
m
LET OP: De installatie van de stuurcentrale, van de
veiligheidsvoorzieningen en van de accessoires moet
gebeuren terwijl de voeding afgesloten is.
8.1 - VOEDING
De stuurcentrale moet gevoed worden door een elektrische lijn
(85 ÷ 245 Vac / 50 ÷ 60 Hz), en moet beveiligd worden door
een thermomagnetische differentiaalschakelaar die voldoet aan
de wettelijke voorschriften.
Sluit de voedingskabels aan op de klemmen L en N van de
stuurcentrale PD15.
Sluit de aarde van de elektrische installatie aan op de klem
m
LET OP: een verkeerde aansluiting van deze klemmen
kan een onherstelbare beschadiging van de stuurcentrale
veroorzaken.
8.2 - SERVICELICHTEN
Dankzij de uitgang COURTESY LIGHT maakt de stuurcentrale
PD15 het mogelijk om een gebruiksvoorziening aan te sluiten
(servicelichten of elektrisch slot) die automatisch bestuurd wordt,
dan wel via activering van de betreffende zendtoets.
De uitgang COURTESY LIGHT bestaat uit een eenvoudig N.O.-
contact en verstrekt geen enkele vorm van voeding.
Sluit de kabels aan op klemmetjes B1 en B2.
8.3 - UITGANG IN LAAGSPANNING
De stuurcentrale PD14 beschikt over een uitgang 24Vdc die het
mogelijk maakt een lading tot 3W aan te sluiten.
Deze uitgang kan gebruikt worden voor de aansluiting van een
controlelamp die op de status van het hek wijst, of op een
laagspanningknipperlicht.
Sluit de kabels van de controlelamp of van het
laagspanningknipperlicht aan op klemmen J7 en J9.
8.4 - VEILIGHEIDSLIJSTEN
De stuurcentrale PD15 is uitgerust met een ingang voor het
beheer van de veiligheidslijsten.
De inwerkingtreding tijdens de opening veroorzaakt gedurende 3
seconden een sluiting.De inwerkingtreding tijdens de sluiting
veroorzaakt een volledige opening.
Deze ingang is in staat om zowel de klassieke lijst met normaal
gesloten contact te beheren als de rubberen geleidende lijst met
een nominale weerstand van 8,2 kohm.
Sluit de kabels van de veiligheidslijsten aan tussen klemmetjes J1
en J4 van de stuurcentrale.
m
LET OP:
• Indien meer lijsten met een normaal gesloten contact gebruikt
worden, moeten de uitgangen in serie aangesloten worden.
• Indien meer lijsten met geleidend rubber gebruikt worden,
moeten de uitgangen in cascade aangesloten worden en mag
alleen de laatste op de nominale weerstand eindigen.
48