NEE 48
7. RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN
PROBLEEM
1. De sleutel staat in de
«DRAAIEN» stand, het
dashboard is niet ver-
licht, er is geen geluids-
signaal
2. De sleutel staat in de
«DRAAIEN» stand, het
dashboard licht niet op,
er wordt alhoewel een
geluidssignaal gegeven
3. De sleutel staat in de
«STARTEN» stand, het
dashboard licht op
maar de startmotor
draait niet
4. De sleutel staat in de
«DRAAIEN» stand, de
startmotor draait maar
de motor slaat niet aan
5. Een moeilijke start of
een onregelmatige wer-
king van de motor
6. Tijdens het maaien is
er een krachtverlies van
de motor
MOGELIJKE OORZAAK
De bescherming van de elektronische kaart
is in werking getreden doordat:
– de accu niet goed is aangesloten
– de polen van de accu zijn omgewisseld
– de accu is leeg of is gesulfateerd
– de zekering is doorgebrand
– Onjuiste massa op de motor of op het
chassis
De bescherming van de elektronische kaart
is in werking getreden doordat:
– de kaart nat is
– de microschakelaars contact maken
– de accu niet goed is opgeladen
– zekering met onderbroken lading
– de massa van de startmotor niet goed is
aangesloten
– er geen toestemming tot starten is gege-
ven
– de accu niet goed is opgeladen
– te weinig benzineaanvoer
– er een defect in de ontsteking is opgetre-
den
– er brandstofproblemen zijn
– de rijsnelheid te hoog is ten opzicht van
de snijhoogte (☛ 5.4.5)
RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN
OPLOSSING
Zet de sleutel in de «STOP» stand en zoek
de oorzaak:
– controleer de aansluitingen (☛ 3.4)
– controleer de aansluitingen (☛ 3.4)
– laad de accu op (☛ 6.2.5)
– vervang de zekering (10 A) (☛ 6.4.4)
– controleer de aansluiting van de zwarte
Zet de sleutel in de «STOP» stand en zoek
de oorzaak:
– drogen met lauw/warme lucht
– controleer de aansluitingen
– laad de accu op (☛ 6.2.5)
– vervang de zekering (25 A) (☛6.4.4)
– controleer de aansluitingen van de aar-
– controleer of de toelatingsvoorwaarden
– laad de accu op (☛ 6.2.5)
– controleer het niveau in de benzinetank
– controleer de aansluitingen van de
– controleer de benzinefilter
– controleer of de bougiekap juist beves-
– controleer of de electroden niet vuil zijn
– reinig of vervang de luchtfilter
– maak het bakje van de carburateur
– leeg de benzinetank en vul met nieuwe
– controleer en vervang eventueel de ben-
– neem in snelheid af en/of zet het maai-
draden
degeleiders
worden gerespecteerd (☛ 5.2.b)
(☛ 5.3.3)
brandstoftoevoer apertura carburante
tigd is
en of hun onderlinge afstand juist is
schoon
benzine
zinefilter
dek in een hogere stand