•
Zorg ervoor dat de ketting niet in aanraking komt met
objecten als u de motor start.
•
Wees voorzichtig met hoogspanningskabels.
•
Oefen geen druk uit op het product wanneer u een
zaagsnede hebt voltooid.
•
Laat de gashendel altijd los wanneer u een
zaagsnede hebt voltooid en laat de motor met
stationair toerental draaien.
•
Zaag alleen twijgen of takken van minder dan 15 cm
doorsnede boven uw hoofd.
•
Houd het product stevig met twee handen vast om
het product in evenwicht te houden.
(Fig. 28)
•
Gebruik het product langzaam en zaag voorzichtig
•
Houd rekening met de richting waarin de tak valt.
•
Houd tijdens het zagen rekening met noesten.
Noesten zijn kleine takken die in de ketting terecht
kunnen komen, waardoor u de controle over het
product kunt verliezen of uit balans kunt raken.
•
Houd rekening met de noest als de spanning in het
hout vrijkomt.
•
Gebruik het product in een vrij werkgebied. Ruim
regelmatig gevallen takken in het werkgebied op om
letsel te voorkomen.
•
Zaag lange takken in stukken wanneer u ze
verwijdert.
•
Schakel de motor uit, verwijder het draagstel en
plaats de machine op de grond voordat u het
gemaaide materiaal verzamelt.
•
Breng de afdekking van de geleider aan tijdens
transport en opslag van het product.
•
Controleer de afdekking van de geleider op
beschadigingen en vervormingen.
Zagen met de stoksnoeizaag
WAARSCHUWING: Zaag niet in
achterwaartse of voorwaartse richting met
het product.
1. Zet de gashendel van het product in de stand volgas
en oefen een lichte druk uit.
2. Breng de eerste zaagsnede 15 cm van de
boomstam aan. Zaag 1/3 door de onderzijde van de
tak. (Fig. 29)
3. Verplaats de stoksnoeizaag 5-4 cm op de tak. Zaag
de tweede keer volledig door de tak. (Fig. 29)
4. Zaag een derde keer. Zaag niet te dicht bij de stam;
dit kan de boom beschadigen.
Let op: Houd het product tijdens de tweede en
derde zaagsnede tegen de tak om de tak stabiel te
houden.
(Fig. 30)
294
Algemene veiligheidsinstructies
voor de heggenschaar met groot
bereik
•
Houd uw handen uit de buurt van het maaiblad. Het
aanraken van het maaiblad kan ernstig letsel
veroorzaken.
•
Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de
messenset. Verwijder geen snoeiafval en houd geen
materiaal vast dat moet worden gesnoeid als de
messen bewegen. Zorg ervoor dat het product
gestopt is voordat u het reinigt of onderhoud uitvoert.
De messen komen na het uitschakelen niet meteen
tot stilstand. Onoplettendheid tijdens het gebruik van
het product kan ernstig letsel veroorzaken.
•
Til uw armen niet boven uw schouders bij het zagen
met het product. Blijf niet onder de takken staan die
worden gezaagd.
•
Houd het product zo dicht mogelijk bij uw lichaam
voor de juiste balans.
(Fig. 31)
•
Beweeg het product van beneden naar boven heen
en weer wanneer u de zijkanten knipt.
(Fig. 32)
•
Knip niet te snel. Knip langzaam en regelmatig totdat
u een goed knipresultaat ziet.
•
Zorg ervoor dat de punt van het blad de grond niet
raakt.
•
Wees voorzichtig met hoogspanningskabels.
•
Laat de gashendel altijd los wanneer u een
zaagsnede hebt voltooid en laat de motor met
stationair toerental draaien.
•
Draag de heggenschaar bij de handgreep met
uitgeschakelde snijbladen. Houd het product tijdens
gebruik op de juiste wijze vast om de kans op letsel
door de snijbladen te verminderen.
•
Schakel de motor uit, verwijder het draagstel en
plaats de machine op de grond voordat u het
gemaaide materiaal verzamelt.
•
Breng de bladbeschermkap aan tijdens transport en
opslag van het product.
•
Controleer de bladbeschermkap op beschadigingen
en vervormingen.
De hoek van de snijbladen aanpassen
1. Druk op de hendel om te ontgrendelen. (Fig. 33)
2. Stel de hoek van de snijbladen in op de juiste
positie.
3. Laat de hendel los.
Veiligheidsinstructies voor
bediening
•
Zorg ervoor dat het product volledig gemonteerd is
voordat u aan het werk gaat.
•
Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
860 - 001 - 28.10.2018