1W. OVERLOOPVAT RADIATORKOELMIDDEL:
Vangt radiatorkoelmiddel op als de motor warm
is. Dient voor ¼ gevuld te zijn bij uitgeschakelde
en afgekoelde motor.
1X.
STOPPOSITIE: De zaag zal niet langer heen en
weer bewegen als de hendel voor de snelhe-
idsregeling (1M) in deze stand staat. De motor
start alleen met de hendel voor de snelhe-
idsregeling (1M) in de STOPPOSITIE.
1Y.
SCHAKELAAR BLADKOPPELING: Koppelt de
bladaandrijving. Het lampje geeft aan of de
koppeling aangrijpt. Koppel alleen bij motorto-
erentallen onder 1200 toeren per minuut.
1Z.
SLANGHAAK: Hieraan wordt de waterslang
opgehangen.
AFBEELDING 2
2 C
2 C
2 C
2 C
2 B
2 B
2 B
2 B
2 J
2 J
2 J
2 J
2 D
2 D
2 D
2 D
2 A
2 A
2 A
2 A
2A.
BOUT BLADAS: Gebruik om het diamantblad
tussen de binnen- en buitenflens te klemmen.
Rechterzijde van zaag heeft linkse schroefdraad.
Linkerzijde van zaag heeft rechtse schroefdraad.
2B.
BUITENFLENS: Gebruik om het diamantblad op
zijn plaats te houden.
2C.
DOORN BUITENFLENS: Gebruik om het
diamantblad te ondersteunen.
2D.
BORGPIN: Gebruik om te vermijden dat het
diamantblad van de as roteert tijdens de werking.
2E.
DIAMANTBLAD: Gebruik als het snijdinstrument
voor betonnen en asfaltoppervlakken.
2F.
BINNENFLENS: Inwendige ondersteuning om het
diamantblad op zijn plaats te houden.
2G.
VEERSLOT VOORZIJDE BLADAFDEKKING:
Gebruik om de voorzijde van de bladafdekking te
vergrendelen.
2H.
VOORZIJDE BLADAFDEKKING: De voorzijde
van de bladafdekking.
2I.
BLADAS: Ondersteunt bladflenzen en blad.
2J.
BORGRING: Voorkomt dat de bout van de bladas
terugdraait.
2 H
2 H
2 G
2 G
2 I
2 I
2 I
2 I
2 F
2 F
2 F
2 F
2 E
2 E
2 E
2 E
81