PROBLEMEN
5. T ijdens het maaien is er een
krachtverlies van de motor
6. Wanneer de snij-inrichtingen
ingeschakeld worden, valt de
motor uit.
7. E en onregelmatig maaibeeld en
onvoldoende opvang van gras
8. V reemde trillingen tijdens het
werk
9. D e snij-inrichtingen schakelen
zich niet in of stoppen niet
onmiddellijk wanneer ze
uitgeschakeld worden.
10. O nzekere of niet werkzame
remming
11. O nregelmatige beweging,
weinig tractie bij stijging of
neiging van de machine om op
te trekken
12. Als het aandrijfpedaal bediend
wordt met een draaiende
motor, verplaatst de machine
zich niet (hydrostatische
aandrijving)
Mochten de problemen aanhouden na het uit-
voeren van de bovengenoemde handelingen,
dan dient er contact te worden opgenomen met
uw Verkoper.
LET OP!
Probeer nooit om zelf gecom-
pliceerde reparaties uit te voeren zonder de
juiste hulpmiddelen en het nodige techni-
sche inzicht. Iedere slecht uitgevoerde repa-
ratie brengt automatisch verval van, zowel
de garantie, als de aansprakelijkheid van de
Fabrikant teweeg.
MOGELIJKE OORZAAK
– de rijsnelheid is te hoog ten
opzicht van de snijhoogte
– d e beweging die gegeven
wordt aan de bedienhendel van
de inschakeling van de snij-
inrichtingen is te snel
– e r is geen toestemming tot
invoegen gegeven
– d e snijgroep staat niet evenwijdig
ten opzichte van het terrein
– o nwerkzaamheid van de snij-
inrichtingen
– de rijsnelheid is te hoog ten
opzichte van de hoogte van het
gras
– het kanaal is verstopt
– de snijgroep zit vol met gras
– dispositivi di taglio squilibrati
– de snij-inrichtingen zijn
losgekomen.
– de bevestigingen zijn losgeraakt
– p roblemen bij de inschakeling
– n iet correct afgestelde rem
– p roblemen aan de riem of aan
het inschakelsysteem
– ontgrendelingshendel in stand
«B»
8. OP AANVRAAG LEVERBARE
8.1 KIT VOOR "MULCHING" (Afb. 8.1 n.41)
Versnippert het pas gemaaide gras en laat het
achter op het terrein, als alternatief voor het op-
vangen in de opvangzak.
NL - 19
OPLOSSING
– v erminder de rijsnelheid en/
of verhoog de stand van het
maaidek (4.4)
– v oer de beweging voor het
inschakelen langzamer uit
– controleer of de
veiligheidscondities in acht
genomen zijn (zie 5.2.b)
– controleer de bandenspanning (
zie 5.3.2)
– herstel de uitlijning van de
snijgroep ten opzichte van het
terrein (zie 6.3.1)
– contacteer uw Verkoper
– v erminder de rijsnelheid en/
of verhoog de stand van de
snijgroep (zie 5.4.5)
– wacht tot het gras droog is
– v erwijder de opvangzak en ledig
het kanaal ( zie 5.4.7)
– reinig de snijgroep (zie 5.4.10)
– contacteer uw Verkoper
– contacteer uw Verkoper
– controleer en draai de
bevestigingsschroeven van de
motor en het chassis goed vast.
– c ontacteer uw Verkoper
– c ontacteer uw Verkoper
– c ontacteer uw Verkoper
– terugzetten in stand «A»
(zie 4.23)
ACCESSOIRES