6.3.1 Bedrijfssituaties
Hoofd-/reservebedrijf
Parallel bedrijf
H
H
max
H
s
s
H
min
Fig. 14: Regeling Δp-c (parallel bedrijf)
H
H
H
max
H
s
H
min
Fig. 15: Regeling Δp-v (parallel bedrijf)
6.3.2 Gedrag in dubbelpompbedrijf
Pompwisseling
Δp
Fig. 16: Pompwisseling
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Stratos GIGA, GIGA-D, GIGA B
Allebei de pompen leveren de nominale capaciteit. De andere pomp
staat gereed voor een eventuele storing of draait na een pompwisse-
ling. Er draait altijd slechts één pomp (zie Fig. 10, 11 en 12).
In het deellastbereik wordt de hydraulische capaciteit eerst door één
pomp geleverd. De tweede pomp wordt met een rendementsgeopti-
maliseerd bijgeschakeld, d.w.z. zodra de som van de opgenomen ver-
mogens P
1
opgenomen vermogen P
dan synchroon omhoog geregeld tot aan het max. toerental
(Fig. 14 en 15).
In het regelbedrijf draaien beide pompen altijd synchroon.
Parallel bedrijf met twee pompen is alleen met twee identieke pom-
Q
pen mogelijk.
Vergelijk hoofdstuk 6.4 "Overige functies" op pagina 209.
Q
Q
Tijdens het dubbelpompbedrijf gebeurt na periodische
tijdsintervallen een pompwisseling (intervallen instelbaar;
fabrieksinstelling: 24 h).
De pompwisseling kan worden geactiveerd:
• intern tijdgestuurd (menu's <5.1.3.2> +<5.1.3.3>),
• extern (menu <5.1.3.2>) door een positieve flank op het contact
"AUX" (zie Fig. 25),
• of handmatig (menu <5.1.3.1>).
Een handmatige of externe pompwisseling is ten vroegste 5 seconden
na de laatste pompwisseling mogelijk.
Het activeren van de externe pompwisseling deactiveert gelijktijdig
de interne tijdgestuurde pompwisseling.
Een pompwisseling kan schematisch als volgt worden beschreven (zie
ook Fig. 16):
• Pomp 1 draait (zwarte lijn)
• Pomp 2 wordt met een minimaal toerental ingeschakeld en loopt kort
daarna tot aan de gewenste waarde (grijze lijn)
• Pomp 1 wordt uitgeschakeld
t
• Pomp 2 draait verder tot de volgende pompwisseling
LET OP:
Bij het regelbedrijf moet rekening worden gehouden met een ietwat
hogere doorstroming. De pompwisseling hangt af van de acceleratie-
tijd en duurt over het algemeen 2 s. In het regelbedrijf kan de opvoer-
hoogte lichtjes schommelen. Pomp 1 past zich hoe dan ook aan de
gewijzigde voorwaarden aan. De pompwisseling hangt af van de
acceleratietijd en duurt over het algemeen 4 s.
(11-22kW)
van beide pompen in het deellastbereik lager is dan het
van één pomp. Beide pompen worden
1
Nederlands
207