Informations concernant le modèle réel
Afin de couvrir les besoins en puissantes locomotives pour
trains de marchandises et remplacer les machines des séries
140 et 150, entre-temps devenues obsolètes, la DB AG a passé
commande en 1995 auprès du constructeur Krauss Maffei
d'une nouvelle machine, la BR 152. Cette dernière était en fait
un développement d'une locomotive existante, l'Eurosprinter.
La série 152 est une machine entièrement modulaire afin de
faciliter la maintenance et de réduire les coûts de réparation.
Comme cette locomotive ne possède que 4 essieux, elle n'est
guère en mesure d'utiliser pleinement son énorme puissance
sur voies en rampe et rails humides. On l'utilise donc surtout
pour les trains de marchandises rapides lourds et mi-lourds.
Disposition d'essieux
Longueur hors tampons
Vitesse maximale
Poids en ordre de marche
Puissance nominale
Construction à partir de
Bo'Bo'
19 580 mm
140 km/h
86,7 t
6400 kW (8700 CV)
1996
Informatie over het voorbeeld
Om aan de behoefte van sterke goedorentrainlocomotieven
bij de Deutschen Bahn AG te voldoen en om de intussen sterk
verouderde machines van de serie 140 en 150 te vervangen
werd in 1995 aan Krauss Maffei de opdracht gegeven voor het
ontwikkelen van de BR 152. De zo ontstane locomotief was
een doorontwikkeling van de Eurosprinter.
De loc is geheel onderhoudsvriendelijk modulair opgebou-
wd waardoor de reparatiekosten gereduceerd werden.
Aangezien de locomotief 4-assig opgebouwd werd, kan ze
het grote vermogen in het bijzonder op hellingen en natte
rails niet overdragen en wordt daarom alleen voor snelle en
middelzware goederentreinen ingezet.
asindeling
lengte over de buffers
maximumsnelheid
dienstgewicht
nominaal vermogen
bouwjaar vanaf
Bo'Bo'
19 580 mm
140 km/h
86,7 t
6400 kW (8700 pk)
1996
3