7B-3
Geleiders in de grond vinden
!
- Schakel het meetcircuit spanningsvrij.
Sluit de zender aan op de gezochte leiding, sluit de veiligheidsgeleider aan en schakel de zender in. Let
daarbij op dat de lus tussen de gezochte leiding (rood) en de aarde (zwart) zo groot mogelijk is. Als de
afstand te gering is, kan de ontvanger het signaal niet met de maximale reikwijdte lokaliseren. Zie hiervoor
ook tip 2 en 3 en de toepassing 7B-6 op de volgende pagina.
Aanbevolen instelling bij de ontvanger: automatische zoekmodus, zie hoofdstuk 5B.
Tip 8: stel bij de zender het maximale uitgangsvermogen in om de reikwijdte van de ontvanger te vergro-
ten, zie hoofdstuk 3.
Tip 9: let tijdens het zoeken op het staafdiagram van de ontvanger. De weergave verandert duidelijk als de
ontvanger over de gezochte leiding zwenkt. De weergave geeft de maximale uitslag aan als het apparaat
zich direct boven de leiding bevindt.
7B-4
Verwarmingsbuizen en waterleidingen vinden
- Schakel het meetcircuit spanningsvrij.
!
- De verwarmingsbuizen moeten van de aardaansluiting gescheiden zijn. In het andere geval kan
de ontvanger het signaal niet met de maximale reikwijdte lokaliseren.
Sluit de zender met de zwarte kabel
(-) op de veiligheidsgeleider en met
de rode kabel (+) op de verwarming
aan, zie afbeelding . De verwarming
mag daarbij niet geaard zijn. Schakel
vervolgens de ontvanger in en begin
met de lokalisatie. Neem ook de tips 2
en 3 in acht.
Aanbevolen instelling bij de ontvanger: au-
tomatische zoekmodus, zie hoofdstuk 5B.
CableTracer Pro
h
i
NL
39