Meten van frequenties
Zet de schakelaar op de functie frequentimeter : Hz.
Doe de testpennen parallel op de te controleren stroomkring.
Het kiezen van de meeteenheid gaat automatisch : lees de gemeten waarde
af. NB : Bij het meten van een frequentie is de streepjesbalk
uitgeschakeld. Het is mogelijk de knoppen voor aanvullende functies,
MAX, RANGE,
De
RANGE
pagina 35) .
10 mV, 100 mV of 1 V
Hz
Resolutie
Nauwkeurigheid
Toelaatbare
overbelasting
Werkingsrange
, en HOLD, te gebruiken
toets kiest bij deze functie de inschakeldrempel:
(bij het in werking stellen automatisch 10 mV)
Meeteenheden bij het meten van frequenties
100 Hz 1 kHz
0,01 Hz 0,1 Hz 1 Hz
0,1 % aflezing
±
600 V eff. en 900 V piek
tussen 4 en 600 V
(zie «Knoppen voor aanvullende functies»
10 kHz 100 kHz 200 kHz
10 Hz
2 p.
±
MIN/
.
100 Hz
41