ONDERHOUD EN REINIGING
Voordat u het fornuis reinigt, pas op
dat alle draaiknoppen op de stand: "uit"
staan en het apparaat helemaal afgekoeld is.
Gebruik geen schurende of
agressieve schoonmaakmiddelen en geen
schuursponsjes voor het reinigen van uw
apparaat.
De gasbranders
Reinig de deksels van de gasbranders met
warm water en een zacht schoonmiddel en
verwijder alle resten erop. Gebruik nooit water
met azijn voor het reinigen van uw gasfornuis.
De kronen van de gasbranders moeten
helemaal schoon zijn; verstoppingen kunnen
onregelmatigheden van de vlammen
veroorzaken.
Als u de gasbrander gedemonteerd heeft, pas
dan op dat de kronen en de deksels juist
geplaatst worden alvorens het fornuis aan te
zetten. De hierbovengenoemde delen moeten
helemaal droog zijn.
Het bedieningspaneel, de draaiknoppen, het
geëmaileerde rooster, het deksel van de
kookplaat, de zijwanden van het apparaat.
Gebruik een vochtig sponsje en zachte
schoonmiddelen, spoel en droog.
De bovenkant van de kookplaat
Reinig het gasfornuis na elk gebruik met behulp
van een spons, warm water en een zacht
schoonmaakrniddel; vermijd het lekken van het
vloeistof in de gaatjes van de kookplaten. Spoel
en droog met een zacht doekje. Laat vetspatten
eerst weken in wat schoonmaakmiddel. Nooit
krassen. Gebruik geen schurende- en
agressieve schoonmaakmiddelen omdat het
glansemail van de oppervlakte hierdoor kan
beschadigd worden. Het is aan te bevelen de
azijnvlekken, de druppels van citroensap en de
zuurtjes van de kookplaat te verwijderen.
46
Accessoires
Reinig ze met zeepoplossing; spoel en droog ze
zorgvuldig af.
Ovendeur
Ovendeur uitnemen
Om de oven gemakkelijk te kunnen reinigen,
kan de ovendeur worden verwijderd.
De ovendeur in zijn horizontale stand
openklappen. Vervolgens de beugels op de
beide deurscharnieren tot de aanslag naar
voren klappen (a).
De deur langzaam tot de aanslag weer sluiten en
de deur optillen tot de scharnieren loskomen (b).
Ovendeur terugplaatsen
Bij het terugplaatsen van de ovendeur in
omgekeerde volgorde te werk gaan als bij het
verwijderen van de deur.
De scharnieren van de deur terugplaatsen in
de daartoe bestemde openingen (c). Daarbij
letten op een juiste en gelijkmatige plaatsing
van de scharnieren.
Vervolgens de deur langzaam naar beneden
zwenken. Er daarbij op letten dat de hoeken
van de deur niet onder tegen het raamwerk
stoten (in dat geval de deur weer omhoog
zwenken en de scharnieren opnieuw uitrichten).
Ten slotte de beugels weer naar achteren in
de richting van de oven klappen (d). Om er
zeker van te zijn dat de deur goed sluit, met
een voorwerp (bijv. schroevendraaier) de
beugels aandrukken (e).
De correcte werking van de deur langzaam
controleren.