2. Meet nu de drie daarvoor nodige lengten. Baseer u wat betreft de
volgorde van de metingen op de volgende tekening of op het op dat
moment knipperende deel van de indicator voor indirecte meting met
drie referentiepunten.
3. Meet de eerste afstand. De meetwaarde wordt in de onderste rij
weergegeven.
4. Meet de tweede afstand. De meetwaarde wordt in de onderste rij
weergegeven.
5. Meet de derde afstand. De gemeten waarde verschijnt in de
middelste rij.
6. De hoogte tussen punt 1 en 3 wordt automatisch berekend en in de
onderste rij weergegeven.
97