Kleef daarna beide vleugelhelften met behulp van 5-minuten-epoxylijm samen. Laat hiervoor een beetje 5-minuten-
epoxylijm in de voeringen voor de vleugelverbinder (2) lopen.
Bovendien wrijft u telkens een dun laagje 5-minuten-epoxylijm in de vleugelmiddendelen en voeg beide vleugelhelften
zorgvuldig samen.
Tot aan het volledig uitharden van de lijm worden de lijmpunten aan de boven- en onderzijde met enkele strookjes
kleefband vastgemaakt. Overbodige lijm moet onmiddellijk met een vochtige doek worden verwijderd.
Belangrijk!
De nauwkeurigheid waarmee deze werkzaamheden worden uitgevoerd, heeft grote invloed op de vliegei-
genschappen.
Tip uit de praktijk:
De praktijk heeft uitgewezen dat de buitenvleugels na elkaar moeten worden samengekleefd. Idealiter laat u zich bij
alle kleefwerken van de vleugels door iemand helpen. Zo kunnen de vleugelmiddendelen en buitenvleugels makkeli-
jker naar elkaar worden gericht en verschuif ze bij het hanteren niet meer.
b) Montage van het horizontaal en verticaal staartvlak aan de romp
Voor u het horizontaal en verticaal staartvlak
vast met de romp samenkleeft, moeten hun
posities aan de romp worden gemeten.
Hiervoor is de kortstondige montage van de
vleugel nodig.
Steek de beide vleugelpennen, zoals te zien is
in afbeelding 4, pos. 1, in de daarvoor voorzie-
ne openingen in de rompzijde en kleef deze in
het midden met 5-minuten-epoxylijm vast. De
vleugels worden dan voor het inmeten met 2
rubberen ringen aan de romp vastgemaakt.
Kleef vier roerscharnieren (zie pijlen in afbeel-
ding 4, pos. 2) met dunne secondenlijm in het
horizontaal staartstuk. Daarna plaatst u het
hoogteroer in het midden aan het horizontaal
staartstuk.
Als alles perfect past, kleeft u het hoogteroer met dunne secondenlijm aan de roerscharnieren van het horizontaal
staartstuk. Let daarbij op een kleine, gelijkmatige gleuf en op een goede beweeglijkheid (zie pijlen in afbeelding 4,
pos. 3).
Open met een scherp mes de langsgleuf in het midden van de horizontaal staartstuk (afbeelding 4, pos. 4). Houd
dan het hoogteroer op de opening van de romp (afbeelding 4, pos. 5) en plaats het in het midden over de gleuf op
de romp.
Hierbij moet de langsgleuf van het hoogteroer (afbeelding 4, pos. 6) van achteraf gezien in de vliegrichting zich aan de
rechterzijde bevinden. De afstanden moeten aan beide zijden gelijk zijn (zie afbeelding 6). Voor een betere centrering
kan ook kortstondig het richtingsroer met zijn centreerpennen (afbeelding 5, pos. 3) worden geplaatst.
80
Afbeelding 4