neDerlanDs
VOORZICHTIG: Draag
werkhandschoenen wanneer u met
draadborstels en draadschijven
werkt. Zij kunnen scherp worden.
VOORZICHTIG: Schijven of borstels
mogen de beschermkap niet raken
wanneer ze zijn gemonteerd of wanneer
u ze gebruikt. Niet-waarneembare
beschadiging van het accessoire kan
optreden, waardoor stukjes draad los
kunnen komen van de schijf of van
de borstel.
1. Draai met de hand de schijf op de as.
2. Druk de asvergrendelknop in en zet de schijf
met een sleutel op de naaf van de draadschijf
of draadborstel vast.
3. U kunt de schijf verwijderen door de hierboven
vermelde instructies in omgekeerde volgorde uit
te voeren.
OPMERKING: Wanneer u de naaf
van de schijf niet goed plaatst voordat
u het gereedschap inschakelt, kan dat
beschadiging van het gereedschap of
van de schijf tot gevolg hebben.
Een steunkussen/schuurblad
monteren en verwijderen (afb. 1)
1. Plaats het gereedschap op een tafel of een
vlak oppervlak, met de beschermkap naar
boven gericht.
2. Neem de steunflens (D) los.
3. Plaats het rubberen steunkussen op de juiste
wijze op de as (B).
4. Plaats het schuurblad op het
rubberen steunkussen.
5. Schroef de klemmoer met schroefdraad (E)
op de as. De ring op de klemmoer met
schroefdraad moet naar het rubberen
steunkussen zijn gericht.
6. Druk op de knop voor de asvergrendeling (A)
en draai de as (B) totdat deze op zijn plaats
vast komt te zitten.
7. Zet de klemmoer met schroefdraad (E) vast met
de meegeleverde inbussleutel of met een twee-
pins steeksleutel.
8. Hef de spilvergrendeling op.
9. Draai, als u het rubberen steunkussen wilt
losnemen, de klemmoer met schroefdraad (E)
los met de meegeleverde inbussleutel of met
een twee-pins steeksleutel.
108
Een komborstel monteren
Schroef de komborstel direct op de spindel zonder
de tussenring en de draadflens te gebruiken.
Voor de bediening
• Installeer de beveiliging en pas schijf of wiel
aan. Gebruik geen extreem versleten schijven of
wielen.
• Controleer dat de binnenste en buitenste
flens op juiste wijze zijn gemonteerd. Volg de
instructies die worden gegeven in de Tabel
Accessoires voor slijpen en zagen.
• Zorg ervoor dat de schijf of het wiel draait in de
richting van de pijlen op het accessoire en het
gereedschap.
• Gebruik een accessoire niet als het beschadigd
is. Controleer accessoires zoals schuurwielen
voor gebruik op schilfers en barstjes,
steunkussens op barstjes, scheurtjes of
excessieve slijtage, staalborstels op losse of
gespleten draden. Als het gereedschap of
het accessoire is gevallen, controleert u dit
op schade of plaatst u een onbeschadigd
accessoire. Na het controleren en plaatsen van
een accessoire zorgt u dat u en omstanders uit
de buurt van het bereik van het ronddraaiende
accessoire blijft en zet u het gereedschap
gedurende een minuut aan op maximale
snelheid zonder weerstand. Beschadigde
accessoires breken gewoonlijk af tijdens
deze testtijd.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige
aanpassing maakt of hulpstukken
of accessoires verwijdert/installeert.
Voordat u het gereedschap opnieuw
aansluit, drukt u de trekkerschakelaar in
en laat deze vrijkomen, om er zeker van
te zijn dat het gereedschap uit staat.
WAARSCHUWING:
• Zorg dat al het materiaal dat geschuurd
of gesneden gaat worden stevig op zijn
plaats zit.