c) Controle van het lichtmiddel met een continuïteitstest
Let erop dat u niet op een toets van het apparaat drukt. de antenne moet tijdens de test niet naar
buiten uitgetrokken zijn. houd het apparaat alleen onder de gemarkeerde greep (10) vast. doet u
dat niet dan bestaat er kans op een elektrische schok!
De continuïteitstest van de gloeispiraal is belangrijk omdat de spiraal voor de ionisatie van het gas in de glazen buis
verantwoordelijk is.
• Schakel het te testen lichtmiddel uit en haal het uit de fitting.
• Steek eerst de ene kant van de lampvoet in de steekverbin-
ding totdat deze voelbaar vastklikt.
• Druk op de toets „PIN" en houd deze ingedrukt voor de duur
van de test. De lampentester geeft continuïteit van de gloeispi-
raal aan met een signaaltoon. Daarnaast licht de aanduiding
„PIN" rood op. De continuïteitstest was succesvol. De fitting
kan uit de tester getrokken worden.
• Een testresultaat van <1 kOhm wordt als continuïteit geïdenti-
ficeerd; in dit geval hoort u een pieptoon.
• Herhaal deze test met het contact aan de andere kant van de buis.
• Aan beide kanten moet het testresultaat continuïteit aangeven. Gebeurt dat niet dan moet het lichtmiddel vervan-
gen worden.
• Laat de toets „PIN" los. Het apparaat schakelt zichzelf uit.
8. zaKLaNtaarN
De LED-verlichting kan onafhankelijk van het uitvoeren van een test aan- en uitgezet worden. Om de LED-verlich-
ting aan te zetten moet u eenmaal kort op de toets voor de zaklantaarn (6) drukken. Iedere keer dat u op de toets
drukt, wordt de verlichting aan- dan wel uitgezet.
De verlichting blijft net zo lang branden tot de functie m.b.v. de verlichtingstoets (6) of de automatische uitschakeling
(na max. 5 minuten) uit wordt gezet.
49