n) Montage van de richtingsroer- en hoogteroersturing
Monteer een roerhoorn aan het richtingsroer; zoals getoond in afbeelding 15a.
Maak met een besturingsstang 390 x 1,4 mm (afbeelding 1, pos. 14) een trekstang voor de richtingsroersturing. Het schroefdeel met passende lepelkop uit de
besturingsonderdelenset wordt aan het richtingsroer vastgeklikt (afbeelding 15a).
Kort bij een in een hoek van 90° ten opzichte van de servobehuizing geplaatse servoroerhoorn de stang zodanig af dat u bij een neutrale richtingsroerstand het
uiteinde 90° kunt draaien en er hierdoor nog een restlengte van ca. 5 tot 6 mm behouden blijft. Steek de stang in de roerhoorn van de servo en bevestig een
bevestigingsclip uit de besturingsonderdelenset (afbeelding 15b).
Maak op dezelfde manier een stuurstang voor het hoogteroer.
Anders dan bij de stangen uit metaal (afbeelding 1, pos. 14 en 15) is bij de bouwmodule ook een carbonstaaf 666 x 2 mm (afbeelding 1, pos. 8)
meegeleverd die voor de rolroer-, hoogte- en richtingsroersturingen in plaats van de metalen stang als trekstang kan worden gebruikt. De gewichts-
besparing bedraagt hierbij ongeveer 3 tot 5g. Stel bij gebruik van de carbonstaaf de besturing naar eigen wens af.
Let op een spelingsvrije besturing. De stuurstangen aan de servo en roerhoorns van hoogte- en richtingsroer worden telkens van buitenaf ingehangen.