b) Montage van de hoogteroerbesturing
In de vliegrichting gezien is aan de onderkant van het rechter hoogteroer
de opening voorzien voor de roerhoorn voor de besturing van het
hoogteroer.
Markeer aan de onderzijde van de hoogteroer (1) de roerhoorn (2)
zodanig dat een rechtlijnige besturing mogelijk is.
Boor in het hoogteroer voorzichtig de gaten voor de roerhoorn met een
boormachine van 1 mm.
De gebogen „Z" van de koppelstang moet nu in het bovenste of, van
bovenaf gezien, het voorlaatste gat van de roerhoorn worden ingehaakt.
Hiervoor moet eventueel het gat in de roerhoorn met een geschikte
boormachine een beetje worden uitgeboord.
Schroef de roerhoorn met twee zelfsnijdende schroeven (1,5 x 15 mm)
aan het hoogteroer vast. Monteer de roerhoorn aan de bovenzijde van
de tegenplaat. De overbodige lengte van de bevestigingsschroeven
moet evt. worden ingekort.
Let op!
Opdat u naar boven en naar onder even grote roeruitslagen
zou krijgen, is het nodig, de roerhefboom zo in te stellen,
dat de gatenrij van de roerhefboom op één lijn ligt met het
draaipunt van het hoogteroer (verticale lijn in de schema-
tische grafiek linksonder in afbeelding 3).
c) Montage van het richtingsroer en zijn sturing
Het richtingsroer wordt volgens hetzelfde schema als het hoogteroer
met twee scharnieren aan het verticaal staartvlak vastgekleefd.
Ook de montage van de richtingsroerbesturing dient op dezelfde manier
te gebeuren.
Opdat u naar links en naar rechts even grote roeruitslagen
zou krijgen, is het nodig, het richtingsroer zo in te stellen,
dat de gatenrij van de roerhefboom op één lijn ligt met het
draaipunt van het roer.
Afbeelding 3
Afbeelding 4
59