Om de verhouding bij een zaagtand (driehoek) of een gestrekte sinus beter te kunnen
instellen, wordt aanbevolen gebruik te maken van de schakelaar voor het rechthoeksig-
naal in het veld „FUNCTION". Aansluitend bepaalt u de periodeduur van de daal- en de
stijgtijd met de oscilloscoop en stel deze met de generator in op de gewenste waarde
(met de instelknoppen „SYM" en „FREQUENCY"). Kies de gewenste signaalvorm.
7.3 TTL-/CMOS-niveau generator
De TTL- of CMOS-uitgang is voorzien voor bepaalde logische schakelingen. Het TTL-niveau heeft een
vaste amplitude (spanningsgrootte). Het CMOS-niveau kan traploos worden ingesteld in het gebied van
ong. 5 - 15 V. Frequentie en symmetrie kunnen bij de beide niveau's (TTL en CMOS) worden ingesteld.
Het veranderen van de DC-offset is niet mogelijk. Beide niveau's „liggen" boven de nullijn.
Het TTL-niveau is ingesteld indien de instelknop „TTL/CMOS" (12) is ingedrukt. Het instelbare CMOS-
niveau is ter beschikking, als de instelknop „TTL/CMOS" wordt uitgetrokken.
Sluit op de TTL-/CMOS-uitgang (6) een afgeschermd 50 ohm BNC-meetsnoer aan met
krokodillenklemmen. Verbind de rode klem (signaal) met de clock-ingang van de logische
schakeling; de zwarte klem (massa) met de massa van de logische schakeling.
De TTL-/CMOS-uitgang kan als „echte" click-generator worden gebruikt voor TTL- of CMOS-schakelin-
gen. Met deze uitgang kunnen TTL-CMOS-schakelingen (tot 15 V) worden „gestuurd".
Overschrijd nooit de max. ingangsgroottes, niet op de VCF-ingang en niet op de
ingang van de frequentieteller, en sluit de generatoruitgangen niet kort
„TTL/CMOS-OUT" en „OUTPUT". In het andere geval bestaat er gevaar op bescha-
diging of zelfs stuk gaan van de frequentiegenerator.
Bij overschrijden van de max. ingangsgrootte resp. bij aanraken van spanningen,
groter dan 25 VAC resp. 35 VDC bestaat er gevaar op een levensgevaarlijke elektri-
sche schok.
7.4 FM-signaalgenerator
Frequentiemodulatie (FM) is de wijziging van de uitgangsfrequentie afhankelijk van het verloop van een
tweede, toegevoerde stuurfrequentie.
Om de frequentiegenerator als frequentiegemoduleerde signaalgenerator te kunnen inzetten, gaat u te
werk als volgt:
a) Voer de basisinstellingen voor de functiegenerator uit zoals beschreven onder 7.1. Stel de dragerfre-
quentie in met de instelknop „FREQUENCY" en de amplitude met de instelknop „AMPL".
b) Sluit op de VCF-ingang (5) via een BNC-meetleiding (HF-kabel) een puur wisselspanningssignaal
(modulatiespanning zonder gelijkspanningsaandeel).
c) Verander de aangesloten modulatiespanning (max. 10 Vpp), tot de gewenste frequentie-afwijking
bereikt is.
64