binnensensor en de radiografische windsensor in te stellen.
De multifunctionele werking vormt een bijzondere optie, waarbij in principe een wille-
keurig aantal basisapparaten binnen het bereik van de radiografische sensoren kan
worden geïnstalleerd. Op deze manier kan er een basisstation in de woonkamer, één op
kantoor enz. staan, die allemaal dezelfde waarden weergeven.
Wanneer in elke ruimte, waarin een basisstation (afleeseenheid) staat opgesteld, bo-
vendien de binnentemperatuur in deze ruimte op de eerste meetplek (links boven op
het display) moet worden weergegeven, moeten voor de binnensensoren temperatuur/
luchtvochtigheid met luchtdruk aparte basisadressen worden toegewezen, zoals in het
schema hiernaast is weergegeven.
Om ervoor te zorgen dat het basisstation
uitsluitend de aan hem toegewezen
sensor ontvangt, moet ook hier het be-
treffende adres worden ingesteld. Om het
basisadres te veranderen, moet in de
kalibreermodus de pijltjestoets ( ) drie-
maal worden ingedrukt en met de toets B
"Indoor" het gewenste basisadres worden
geselecteerd.
Ook de basisadressen van de wind- en
regensensoren kunnen in deze bedrijfs-
modus worden veranderd, wat echter
slechts in uitzonderingsgevallen nodig is.
Een verandering in de adressering is al-
leen nodig wanneer 2 windsensoren of 2 regensensoren in elkaars nabijheid binnen het
bereik van het basisstation zijn gemonteerd. De basisadressen van de wind- en regen-
sensoren mogen alleen door de fabrikant worden veranderd, zodat indien nodig de
betreffende sensor moet worden opgestuurd.
Aanzwijzing voor het bewaren van buitensensoren die op zonne-energie werken
Deze sensoren onttrekken hun bedrijfsspanning aan zonnecellen, die de overtollige
energie voor het overbruggen van periodes van slecht weer en voor 's nacht in een
interne accu opslaan.
Wanneer zo'n sensor voor langere tijd buiten werking wordt gesteld en er geen licht meer
op valt, bestaat er echter geen gevaar voor de interne accu, wanneer de magneten, die
voor het activeren van de bedrijfsspanning in de opening werden geplaatst, weer worden
verwijderd.
Zo kan de sensor jaren bijv. in zijn verpakking worden bewaard.
13. Het verwisselen van de batterij
Radiografische binnensensor, radiografische sensoren, WS 2200-22 en WS
2200-27
De batterijen in deze sensoren hebben een levensduur van maximaal 3 jaar
(alkalibatterijen). Deze moeten worden vervangen wanneer er langer dan 24 uur
geen gegevens van de betreffende sensor meer worden weergegeven op het display
164
Adres
Jumper
1 0
A0
7
JP1
JP2
A1
JP3
A2
A0
JP1
6
A1
JP2
A2
JP3
A0
5
JP1
A1
JP2
JP3
A2
4
JP1
A0
JP2
A1
JP3
A2
Jumper
Adres
1 0
JP1
A0
3
JP2
A1
JP3
A2
JP1
A0
2
JP2
A1
JP3
A2
JP1
A0
1
JP2
A1
JP3
A2
JP1
A0
0
JP2
A1
JP3
A2