1. Reinig de planken en de binnenkant met lauw water en een mild
schoonmaakmiddel.
2. Gebruik schoon water om te spoelen.
3. Droog de gereinigde oppervlakken met een doek af
4. Controleer de waterafvoer en reinig deze indien nodig.
Reinig met warm water en een mild, niet-zuur reinigingsmiddel. Start het
apparaat niet opnieuw voordat de deurafdichtingen volledig zijn opgedroogd.
5.1 Ontdooien
Het koelvak wordt automatisch ontdooid (NoFrost).
De vriezer wordt automatisch ontdooid (NoFrost).
(optionele procedure voor als ingelegd ijs is opgetreden):
WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit door de thermostaat in
stand 0/AUS/OFF (afhankelijk van het model) te draaien en haal de
stekker uit het stopcontact.
WAARSCHUWING! Om het apparaat van het stroomnet te
ontkoppelen, moet u de stekker van het apparaat uit het stopcontact
halen of een afsluitvoorziening gebruiken.
WAARSCHUWING!
messen of andere scherpe voorwerpen om het bevroren ijs te
verwijderen.
Gebruik
ELEKTRISCHE SCHOKKEN!
1. Haal de inhoud uit het vriesvak en doe het in een koelbox.
2. Plaats een bak voor het apparaat om het water op te vangen.
3. Wanneer het ingelegde ijs smelt, doe wat droge doeken in het vriesvak om het
water tegen te houden.
I
NTERNE REINIGING
DEURAFDICHTINGEN
K
:
OELKAST
V
:
RIEZER
V
RIEZER
Gebruik
nooit
nooit
een
stoomreiniger.
:
:
mechanische
voorwerpen,
RISICO
VAN
113