Veegbedrijf
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij geopende
grofvuilklep kan de veegwals stenen of split
naar voren wegslingeren. Erop letten, dat
geen mensen, dieren of voorwerpen in ge-
vaar gebracht worden.
Waarschuwing
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-
schadiging van het veegmechanisme.
Waarschuwing
Om beschadiging van de grond te vermij-
den, niet de veegmachine op één plaats
gebruiken.
Tip
Om een optimaal reinigingsresultaat te krij-
gen, moet de rijsnelheid aan de omstandig-
heden aangepast worden.
Tip
Tijdens het gebruik moet het veeggoedre-
servoir op gezette tijden geledigd worden.
Waarschuwing
Tijdens de werking moet de stoffilter in
functie van het aanwezige stof alle 15-30
minuten gereinigd worden.
Instructie
Bij oppervlaktereiniging alleen veegrol la-
ten zakken.
Instructie
Bij reiniging van zijranden ook de zijbe-
zems laten zakken.
Effen oppervlakken vegen
Keerrol vergrendelen in bedrijfsmodus
„Vaste instelling".
Keerrol laten zakken, daartoe de hef-
boom in de middelste positie zetten (ge-
ringe slijtage van de keerrol).
Oneffen oppervlakken vegen
Keerrol vergrendelen in bedrijfsmodus
„vlottend lageren".
Keerrol laten zakken, daartoe de hef-
boom in de onderste positie zetten (ho-
gere slijtage van de keerrol).
Opvegen van grotere voorwerpen
Tip
Voor het opvegen van grotere voorwerpen,
bijv. drankblikjes of grote hoeveelheden
bladeren, dient de grofvuilklep korte tijd op-
geheven te worden.
Grofvuilklep opheffen:
Grof vuilklep handmatig openen.
Over grote voorwerpen kan met een ge-
opend grof vuilklep en een lage snel-
heid gereden worden.
Tip
Alleen bij volledig naar beneden gelaten
grofvuilklep ist een optimaal reinigingsre-
sultaat te bereiken.
Droge bodem vegen
Bij oppervlaktereiniging veegrol laten
zakken.
Bij reiniging van zijranden zijbezems la-
ten zakken.
Instructie
Veegrol en zijbezems lopen automatisch
aan.
Bij stoffige ondergronden de stofafzuiging
inschakelen.
Ventilator inschakelen.
Vochtige of natte bodem vegen
Stofafzuiging uitschakelen om de stoffilter
te beschermen tegen vochtigheid.
Ventilator uitschakelen.
Veeggoedcontainer legen
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Tijdens het ledi-
gen mogen zich geen personen en beesten
in het zwenkbereik van het veeggoedreser-
voir ophouden.
Gevaar
Gevaar voor kneuzing! Nooit in het hef-
boomstelsel van het legingsmechanisme
grijpen. Niet onder de opgeheven container
gaan staan.
Gevaar
Gevaar voor kantelen! Het apparaat tijdens
het ledigen op een vlak oppervlak zetten.
Apparaat stopzetten.
Veegrol omhoog brengen.
Instructie
Het leegkiepen van de container kan pas
naar het bereiken van een bepaalde mini-
mumhoogte gebeuren.
Instructie
De volgende stappen kunnen alleen in
tweehandsbediening gebeuren.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Als de gewenste hoogte bereikt is:
Veeggoedreservoir leegkiepen.
– Het veeggoedreservoir kan het makke-
lijkst leeggemaakt worden in de volledig
uitgeschoven positie.
– Indien de knop voor het kantelmecha-
nisme van het veeggoedreservoir los-
gelaten wordt, keert die automatisch
naar de uitgangspositie terug.
Veeggoedreservoir tot de eindstand
naar binnen kiepen.
7
-
NL
Apparaat uitschakelen
Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Parkeerrem vastzetten.
Veegrol omhoog brengen.
Zijbezems opheffen.
Sleutelschakelaar op '0' draaien en
sleutel uittrekken.
Waarschuwing
Na het uitzetten van het apparaat wordt de
stoffilter automatisch ca. 10 seconden lang
gereinigd.
Stillegging
Als de veegmachine voor langere tijd niet ge-
bruikt wordt, let dan op de volgende punten:
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Keerrol en zijbezems ophalen om de bor-
stels niet te beschadigen.
Sleutelschakelaar op '0' draaien en sleu-
tel uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Veegmachine tegen wegrollen beveiligen.
Veegmachine aan de binnen- en buiten-
kant reinigen.
Apparaat op een beschutte en droge
plaats neerzetten.
Batterijstekker uittrekken.
Batterij opladen en na ongeveer 2 maan-
den opnieuw herladen.
Vervoer
Voorzichtig
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Bij het transport in voertuigen moet het ap-
paraat conform de geldige richtlijnen bevei-
ligd worden tegen verschuiven en kantelen.
Waarschuwing
Het apparaat moet bij transport tegen ver-
schuiven gezekerd zijn.
Sleutelschakelaar op '0' draaien en
sleutel uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Apparaat aan de transportogen beveiligen
met spankabels, koorden of kettingen.
Apparaat aan de wielen met spieën vast-
zetten.
Instructie
Markeringen voor bevestigingspunten op
het basisframe in de gaten houden (ket-
tingsymbolen). Het apparaat mag voor het
op- of afladen alleen op hellingen tot max.
18 % gebruikt worden.
59