WerkinG -
Algemeen
Het apparaat is alleen bedoeld voor huishoudelijke
doeleinden, niet voor professioneel gebruik.
1. Kruimellade
2. Behuizing
3. Broodsledes
4. Broodslede knop
5. Instelknop roostertijd,
6. Knop 'cancel' met indicatielampje
7. Antislipvoetjes
8. Aansluitsnoer en stekker
9. Broodjesopzet
Voor het eerste Gebruik
Laat de broodrooster eerst een paar keer werken bij maximale temperatuur (stand 7) en zonder brood.
Op deze manier worden de laatste resten van het fabricageproces verwijderd. Er kan een lichte rook- en
geurontwikkeling ontstaan.
Gebruik
1. Zet het apparaat op een stabiele en vlakke ondergrond.
2. Steek de stekker in het stopcontact.
Gebruik -
brood roosteren
1. Stel de roostertijd in met de instelknop.
•
Bij de laagste stand (stand 1) is de roostertijd het kortst.
•
Bij de hoogste stand (stand 7) is de roostertijd het langst.
•
Begin in twijfelgevallen altijd op een lage stand.
•
Oud brood moet u op een lagere stand roosteren dan vers brood.
•
Bruin brood moet u op een hogere stand roosteren dan wit brood.
2. Plaats 2 sneden brood in de broodslede.
3. Druk de broodslede omlaag met de broodslede knop totdat deze vergrendelt. Het indicatielampje van
de 'cancel' knop begint te branden,Het apparaat begint nu te roosteren en schakelt na het roosteren
automatisch uit. De broodslede komt dan automatisch omhoog.
4. Verwijder het geroosterde brood uit de broodrooster.
5. Haal de stekker uit het stopcontact.
6. Laat de broodrooster afkoelen voordat u deze opbergt. Wikkel het snoer op om de pennen aan de
onderzijde van de broodrooster.
•
Het roosteren kan op elk moment worden onderbroken. Druk in dat geval op de knop 'cancel'.
•
Als de broodrooster of het brood gaat roken, schakel de broodrooster uit door op de knop 'cancel'
te drukken.
•
Blijft er brood in de broodrooster steken, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat de
broodrooster afkoelen. Verwijder vervolgens het brood voorzichtig uit de broodrooster. Gebruik
hiervoor geen scherpe en/of metalen voorwerpen.
9
2
1
8
4
Gebruikershandleiding
3
7
4
6
5
Figuur 1