Hoofdstuk
02
Systeemcomponenten aansluiten
Het stroomsnoer aansluiten (1)
Opmerking
Afhankelijk van het type voertuig kunnen de
functies van *2 en *4 anders zijn. In een
dergelijk geval moet u *1 aansluiten op *4 en *3
op *2, zoals aangegeven op de afbeelding.
ISO-aansluiting
Opmerking
In sommige voertuigen kan de ISO-aansluiting in
twee delen uitgevoerd zijn. In een dergelijk geval
moet u erop letten dat beide delen worden
aangesloten.
150
Nl
*2
*1
*4
*3
Geel (*2)
Geel (*1)
Ondersteuning
Naar aansluiting die onafhankelijk van de
(of accessoire)
stand van de contactschakelaar van
stroom wordt voorzien.
Rood (*4)
Rood (*3)
Accessoire
Naar elektrische aansluiting die geregeld
(of de
wordt door de contactschakelaar
ondersteuning)
(12 V DC) AAN/UIT.
Oranje/wit
Naar aansluiting verlichtingsschakelaar.
Zwart (aarde)
Naar chassis (metaal) van het voertuig.
Opmerkingen
· Wanneer er een subwoofer (*5) wordt aangesloten
op dit systeem in plaats van een achterluidspreker,
moet de beginwaarde voor de instelling voor de
achter-uitgang worden gewijzigd. (Raadpleeg de
Bedieningshandleiding.) De subwoofer-uitgang van
dit navigatiesysteem is mono.
· Wanneer er een a subwoofer van 70 W (2 Ω) wordt
gebruikt, moet u deze aansluiten met de paarse en
paars/zwarte draden van dit navigatiesysteem. Sluit
niets aan op de groene en groen/zwarte draden.
Sluit draden met dezelfde
kleur op elkaar aan.
Luidsprekerdraden
Links voor
Wit:
Links voor
Wit/zwart:
Rechts voor
Grijs:
Grijs/zwart: Rechts voor
Links achter of Subwoofer (*5)
Groen:
Groen/zwart: Links achter of Subwoofer (*5)
Rechts achter of Subwoofer (*5)
Paars:
Paars/zwart: Rechts achter of Subwoofer (*5)