Bij het ontdooien van vlees, gevogelte of vis komt vloeistof
■
vrij. Dit tijdens het keren verwijderen en in geen geval verder
gebruiken of met andere levensmiddelen in aanraking laten
komen.
Leg rund-, lams- en varkensvlees eerst met de vette kant naar
■
onderen op de vorm.
Brood dient u alleen in de benodigde hoeveelheid te
■
ontdooien. Het wordt snel oudbakken.
Gehakt dat al ontdooid is na het keren verwijderen.
■
Gevogelte in zijn geheel eerst met de borstzijde en stukken
■
gevogelte eerst met de kant van het vel op de vorm leggen.
Aardappels
Aanwijzingen
Gekookte aardappels: in stukken van dezelfde grootte
■
snijden. Per 100 g aardappels 2 eetlepels water en wat zout
toevoegen.
Aardappels van gelijke grootte gebruiken. Wassen en
■
meerdere gaatjes in de schil prikken. Nog vochtig in een
vorm zonder water doen.
Rijst
Aanwijzingen
Rijst schuimt sterk bij de bereiding. Gebruik daarom een
■
hoge vorm met deksel. Stel het brutogewicht (zonder
Programmatabel
Progr.nr.
Geschikte levensmiddelen
Ontdooien
Vlees en gevogelte braadstukken platte stukken
P1
vlees gehakt kip, braadkip, eend
P2
Vis: hele vis, visfilet, viskotelet
Brood en gebak*
P3
Brood, heel, rond of langwerpig, brood in sneetjes,
cake, gistgebak, vruchtengebak
Garen
Aardappels
P4
Geschilde en ongeschilde aardappels
P5
Rijst
Groente, vers
P6
Bloemkool, broccoli, wortelen, koolrabi, prei,
paprika, courgettes
Groente, diepvries
P7
Bloemkool, broccoli, wortelen, koolrabi, rode kool,
spinazie
Signalen voor het doorroeren en keren aanhouden.
* Ongeschikt zijn slagroomtaarten, crèmegebak, gebak met glazuur of gelatine.
Voor u in onze kookstudio getest.
Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende
optimale instellingen. Wij laten u zien welk magnetronvermogen
het meest geschikt is voor uw gerecht. U krijgt tips over vormen
en de bereiding.
Aanwijzingen
De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
■
en lege binnenruimte worden geplaatst. Alleen
voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt aangegeven.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
■
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de
levensmiddelen.
60
vloeistof) in. Twee tot tweeënhalf keer zoveel vloeistof bij de
rijst doen.
Geen rijst in kookbuiltjes gebruiken.
■
Groente
Aanwijzingen
Groente, vers in stukken van dezelfde grootte snijden. Per
■
100 g 2 eetlepels water toevoegen.
Groente, diepvries: geschikt is alleen geblancheerde, niet
■
voorgebakken groente. Diepvriesgroente met roomsaus is
niet geschikt. 1 tot 2 eetlepels water per 100 g toevoegen.
Bij spinazie en rode kool geen water toevoegen.
Rusttijden
Enige gerechten dienen na afloop van het programma nog
even in de oven te blijven staan.
Gerecht
Rusttijd
Groente
ca. 5 minuten
Aardappels
ca. 5 minuten. Eerst het water dat ont-
staan is afgieten.
Rijst
5 tot 10 minuten
Gewichtsbereik in kg
0,2 - 2,0 kg
0,1 - 1,0 kg
0,2 - 1,5 kg
0,2 - 1,0 kg
0,05 - 0,3 kg
0,15 - 1,0 kg
0,15 - 1,0 kg
Bij de klantenservice of in speciaalzaken kunt u toebehoren
■
of extra toebehoren kopen.
Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
■
servies uit de binnenruimte neemt.
Ontdooien, verwarmen en garen met de
magnetron
In de volgende tabellen vindt u vele mogelijkheden en
instelwaarden voor de magnetron.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de vorm, de kwaliteit, de temperatuur en de
aard van de levensmiddelen.
Vormen
Vlakke vorm zonder deksel.
Vlakke vorm zonder deksel.
Vlakke vorm zonder deksel.
Vorm met deksel.
Hoge vorm met deksel.
Vorm met deksel.
Vorm met deksel.