Bediening van videocomponenten
BELANGRIJK:
Voor bediening van JVC videocomponenten met deze
afstandsbediening:
• Bepaalde JVC videorecorders accepteren twee soorten
bedieningssignalen—afstandsbedieningscodes "A" en "B". Alvorens
gebruik van deze afstandsbediening moet u daarom controleren of
de afstandsbedieningscode van uw videorecorder die met de
VCR 1 aansluitingen is verbonden op code "A" is gesteld.
– Indien u tevens een andere JVC videorecorder aansluit op de
VCR 2 en VIDEO aansluitingen, moet u de
afstandsbedieningscode op "B" stellen. (Deze afstandsbediening
kan geen bedieningssignalen van code "B" uitsturen).
• Voor bediening van videocomponent(en) met de afstandsbediening:
– Richt de afstandsbediening recht naar de afstandsbedieningssensor
op het aangesloten component, dus niet naar de receiver.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
– Stel de TV-bedieningsfunctieschakelaar juist in op
"TV" of "CATV/DBS".
Voor bediening van de TV moet u de schakelaar op
"TV" stellen.
– Controleer de aanduiding die op het display van de
afstandsbediening verschijnt wanneer u op een toets drukt—deze
aanduiding toont namelijk de ingestelde bedieningsfunctie van de
afstandsbediening even.
– De CONTROL toets verandert de werking van de afstandsbediening
zonder de bron te veranderen.
Door iedere druk op de toets verandert de bedieningsfunctie van de
afstandsbediening in de volgende volgorde:—VCR1 = TAPE = CDR
= CD DISC = (terug naar het begin).
LEARN
TRANSMIT
Bijv. Bij een druk op VCR1.
Videorecorder (videorecorder die met de VCR 1
aansluitingen is verbonden)
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
VCR 1
:
Voor het in- of uitschakelen van de videorecorder.
Na een druk op VCR 1 of het kiezen van "VCR1" door herhaaldelijk
op CONTROL te drukken, kunt u de volgende bedieningen voor de
videorecorder uitvoeren:
1 – 9, 0
: Voor het kiezen van de TV-kanalen voor de
videorecorder.
PLAY
: Voor het starten van de weergave.
REW
: Voor het terugspoelen van de band.
FF
: Voor het snel doorspoelen van de band.
STOP
: Voor het stoppen.
PAUSE
: Voor het pauzeren van de weergave. Druk op
PLAY om de weergave te hervatten.
¶ REC
: Druk tegelijk op deze toets en de PLAY toets om
de opname te starten.
Druk tegelijk op deze toets en de PAUSE toets
om de opname te pauzeren.
CHANNEL +/– : Voor het veranderen van TV-kanalen voor de
videorecorder.
63
TV
CATV/
DBS
DVD
AUDIO
LEARN
TRANSMIT
TV/DBS
VCR 1
DVD-speler
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
DVD
: Voor het in- of uitschakelen van de DVD-speler.
Na een druk op DVD of DVD MULTI kunt u de volgende
bedieningen voor een DVD-speler uitvoeren:
1 – 10, 0, +10 : Voor het kiezen van titels of hoofdstukken van
een DVD.
PLAY
: Voor het starten van de weergave.
4
: Voor het terugkeren naar het begin van het
huidige (of voorgaande) hoofdstuk.
¢
: Voor het doorgaan naar het begin van het
volgende hoofdstuk.
STOP
: Voor het stoppen van de weergave.
PAUSE
: Voor het pauzeren van de weergave. Druk op
PLAY om de weergave te hervatten.
Na een druk op DVD MENU kunt
u deze toetsen voor bedieningen
met het menu van een DVD
gebruiken.
Opmerking:
Zie tevens de bij de DVD-speler geleverde gebruiksaanwijzing (en
de aanwijzingen die bij de disc worden geleverd).
TV
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren (met de
TV-bedieningsfunctieschakelaar op "TV" gesteld):
TV/DBS
: Voor het in- of uitschakelen van de TV.
TV VOL +/–
: Voor het instellen van het volume.
TV/VIDEO
: Voor het kiezen van de ingangsfunctie (TV of
VIDEO).
Na een druk op TV/DBS (met de TV-bedieningsfunctieschakelaar
op "TV" gesteld), kunt u de volgende bedieningen voor de TV
uitvoeren:
CHANNEL +/– : Voor het veranderen van kanaal.
1 – 9, 0, 100+ : Voor het kiezen van kanaal.
RETURN
: Voor het afwisselend kiezen van het voorlaatste
en laatst ingestelde kanaal.
SET
DVD
MENU