Bediening van JVC audio- en videocomponenten
Met de afstandsbediening van deze receiver kunnen ook andere audio- en beeldapparaten van JVC worden bediend
omdat de signalen die voor het bedienen van andere JVC-apparaten nodig zijn standaard in de afstandsbediening zijn
ingebouwd.
BELANGRIJK:
Bediening van JVC audio-en videocomponenten met gebruik van de bijgeleverde afstandsbediening:
• Bij gebruik van de afstandsbediening, richt de afstandsbediening recht naar de afstandsbedieningssensor op het aangesloten component,
dus niet naar de receiver.
• Raadpleeg ook de handleiding van het apparaat dat u met de afstandsbediening wilt bedienen.
• Bepaalde JVC videorecorders accepteren twee soorten bedieningssignalen—afstandsbedieningscode "A" en "B". Alvorens deze
afstandsbediening in gebruik te nemen moet u controleren dat de afstandsbedieningscode voor de videorecorder op "A" is gesteld.
Geluidsapparatuur bedienen
Bediening van het geluid (Versterker)
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
STANDBY/ON
AUDIO:
In- of uitschakelen van de receiver.
VOLUME +/–:
Instellen van het volumeniveau.
MUTING:
Dempen of weer activeren van het geluid.
ANALOG/DIGITAL: Afwisselend kiezen van de analoge en digitale
ingang.
DIMMER:
Dimmen of verhelderen van het display.
SLEEP:
Instellen van de inslaaptimer.
SURROUND:
Activeren en kiezen van surroundfuncties.
DSP:
Activeren en kiezen van DSP-functies.
SURROUND/DSP OFF:
Uitschakelen van de surroundfuncties en
DSP-functies.
Na een druk op SOUND kunt u de volgende bedieningen met
gebruik van de 10 cijfertoetsen maken:
FRONT L en daarna op LEVEL +/–: Instellen van het
FRONT R en daarna op LEVEL +/–: Instellen van het
CENTER en daarna op LEVEL +/–: Instellen van het
SURR L en daarna op LEVEL +/–: Instellen van het
SURR R en daarna op LEVEL +/–: Instellen van het
SUBWFR en daarna op LEVEL +/–: Instellen van het uitgangsniveau
EFFECT:
TEST:
Opmerking:
Druk nadat u het geluid hebt aangepast op de toets voor het selecteren
van een afspeelbron of druk om de geselecteerde bron met de 10
cijfertoetsen van de afstandsbediening te kunnen bedienen. Als u dit
niet doet, kunt u de afspeelbron niet met de 10 cijfertoetsen bedienen.
uitgangsniveau voor de
linkervoorluidspreker.
uitgangsniveau voor de
rechtervoorluidspreker.
uitgangsniveau voor de
middenluidspreker.
uitgangsniveau voor de
linkersurroundluidspreker.
uitgangsniveau voor de
rechtersurroundluidspreker.
voor de subwoofer.
Instellen van het effectniveau.
Activeren of uitschakelen van
de testtoon.
Tuner
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
FM/AM:
Hiermee schakelt u heen en weer tussen FM en
AM (MG).
Na een druk op de toets FM/AM kunt u de volgende bedieningen
voor de tuner uitvoeren:
1 – 10, +10:
Met deze cijfertoetsen kunt u een
voorkeurzender selecteren.
Druk voor kanaalnummer 5 op de toets met het
cijfer 5.
Druk voor kanaalnummer 15 op +10 en daarna
op 5.
Druk voor kanaalnummer 20 op +10 en daarna
op 10.
PTY SEARCH:
Hiermee kunt u met een PTY-code naar een
radioprogramma laten zoeken.
PTY 9,( PTY: Hiermee selecteert u een PTY-code.
DISPLAY MODE: Hiermee toont u de RDS-signalen.
TA/NEWS/INFO: Instellen van programmas voor de Enhanced
Other Networks-functie (TA, NEWS, INFO).
FM MODE:
Veranderen van de FM-ontvangstfunctie.
CD-speler
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een CD-speler:
3:
Hiermee start u het afspelen.
4:
Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.
¢:
Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
track.
7:
Hiermee stopt u het afspelen.
8:
Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op 3
om weer verder te gaan.
1 – 10, +10:
Met deze cijfertoetsen kunt u een track
selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5.
Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10.
Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot
slot op 10.
Zie verder op de volgende bladzijde
31