12. ACCU'S LADEN
De volgende procedures tonen aan hoe u een laadprogramma kunt instellen. Alle
displays en bewerkingen nemen het Li-Po BALANCE CHARGE programma als
voorbeeld.
1. Met een voedingsbron verbinden
Deze lader komt met een ingebouwde schakelende voeding. U kunt het AC-snoer direct
met een AC-stopcontact (100 - 240 V/AC) verbinden.
Of u kunt de lader met een AC-adapter of AC/DC-voeding verbinden met behulp van
de meegeleverde DC-ingangskabel. U kunt tevens de aansluitklemmen met de DC-
connectoren gebruiken voor een directe aansluiting op 12 V auto-accu's.
Het is van groot belang dat u een volledig opgeladen 13,8 V auto-accu of een
hoogwaardige AC-adapter of AC/DC-voeding met een DC-uitvoer tussen 11- 18 V en een
minimale stroomwaarde van 6 A gebruikt om betrouwbare prestaties te verkrijgen.
2. De accu verbinden
Belangrijk! Voordat u een accu verbindt is het absoluut noodzakelijk te controleren of u
alle parameters juist hebt ingesteld. Als de instellingen verkeerd zijn, kan de accu worden
beschadigd, wat tot explosie of brand kan leiden. Om kortsluiting tussen de banaanstekkers
te voorkomen, verbind de laadkabels eerst met de lader en dan pas met de accu. Draai de
volgorde om het pack te ontkoppelen.
3. De aansluiting compenseren
Wanneer het apparaat in een laad-modus anders dan "Balance Charging"
operatief is, kunt u in het instellingen menu kiezen om de aansluiting wel of niet te
compenseren.
De compensatiekabel die op de accu is bevestigd moet met de lader worden verbonden,
met de zware kabel op de negatieve markering. Behoud de juiste polariteit! (Zie
onderstaand bedradingsschema).
Dit diagram toont hoe uw accu met de lader te verbinden tijdens het laden in de 'balance
charge' programmamodus.
117