De Auto-Power-Cut-Off-funktie voorkomt een te snel "ontladen" van
de batterij: Als de werkingssoort-schakelaar meer dan 12 minuten
niet gebruikt wordt, schakelt de DMM zelfstandig uit. Deze Auto-
Power-Off-funktie werkt niet, als de DMM aangesloten is op een PC
en daarmee 'communiceert', d.w.z. data uitwisselt.
b) FUNC (= Function)
Als u op deze toets drukt, komt u bij de onderfunkties. De volgende
symbolen verschijnen daarop op het display:
D-H ->A-H -> REL -> MEM -> RCL ->CMP
c) SET/R (= set/reset)
Om een gekozen onderfunktie te aktiveren, d.w.z. in te schakelen,
drukt u eenmaal op deze toets.
- Drukt u bij de onderfunktie D-H nogmaals op de toets ("vasthouden"
tot het akoestisch signaal), dan stelt u opnieuw de basisinstelling in.
- Bij de onderfunktie A-H (MIN-MAX en AVG) verschijnt het A-H sym-
bool. Als de Set/R-toets eenmaal wordt ingedrukt, dan knippert het
A-H symbool niet meer, het is ingesteld. Als de Set/R-toets nogmaals
ingedrukt wordt, dan keert u terug naar de basisinstelling.
- Bij de onderfunkties REL, MEM, RCL en CMP is het nodig de SET/R-
toets meerdere malen in te drukken, om naar de basisinstelling terug
te keren. Een andere mogelijkheid de onderfunkties te verlaten,is of
de toets FUNC of de ON/OFF-toets eenmaal in te drukken of (onder
inachtneming van de veiligheidsbepalingen!) de draaischakelaar een
schakelpositie verder te draaien.
d) UP/DOWN
Druk op een van de beide toetsen, om in de onderfunkties REL of
CMP de referentiewaarde te zeten, resp. in de onderfunkties MEM of
RCL (Recall Memory) de opgeslagen waarde te adresseren (referenti-
enummers).
118
4.3.3 Voet- resp. bustoewijzingen
a) Transistorvoet hfe
De achtpolige transistorvoet is symmetrisch beschreven. Steek de
spanningsloze transistoraansluitingen (B)basis, (E)Emitter en (C)
collector, als getekend, in de voetbussen. De pintoewijzing van de
verschillende transistoren kunt u halen uit een transistorvergeli-
jkingsboek.
b) Voet voor capaciteits- resp. temperatuurmeting (gepoold "+" en "-")
en signaaluitgang bij S/O.
Steek de ontladen! kondensator met de juiste poolrichting in de bus-
sen. let erop, dat de aansluitingen lang genoeg zijn, omdat het
anders tot foutieve metingen kan leiden.
Voor de temperatuurmeting steekt u de aansluitingen van een K-type
thermo-element (NiCrNi) met de juiste poolrichting in de gekenmerk-
te bussen. Om een uitgangssignaal te krijgen, moet u de betreffende
adapter met de CAP-voet verbinden.
Let op!
De buitenste kontakten zijn voor de capaciteitsmeting en de signaaluit-
gang, terwijl de binnenste kontakten alleen! voor de temperatuurme-
ting bedoeld zijn. Verwissel deze bussen nooit, om beschadiging van de
meter uit te sluiten. Let hiervoor op de volgende afbeelding:
Temperatuur-
meting
c) Werkingssoort-schakelaar = meetfunktieschakelaar (8)
Let op!
De werkingssoort-schakelaar mag tijdens de meting in geen geval ver-
draaid worden, aangezien daardoor de meter beschadigd kan worden
resp. er voor u bij spanningen > 25 VACrms resp. 35 VDC een levensge-
vaarlijke situatie kan ontstaan!
+
+
Capaciteits-
meting
-
-
119