De scherpstelling handmatig wijzigen (Handmatige
scherpstelling)
Als het moeilijk is om de juiste scherpte in de stand autofocus te krijgen,
kunt u de scherpte handmatig aanpassen.
1
Zet de Schakelaar
scherpstellingsfunctie op de lens
op MF.
2
Wanneer de lens niet is voorzien
van een Schakelaar
scherpstellingsfunctie, stelt u de
Schakelaar scherpstellingsfunctie
op de camera op MF.
3
Draai de scherpstelring van de
lens om goed scherp te stellen.
Opmerkingen
• Wanneer het gaat om een onderwerp dat kan worden scherpgesteld in de
automatische scherpstellingsfunctie, licht de z-indicator op nadat de scherpstelling
is bevestigd. Wanneer het lokale AF-gebied wordt gebruikt, wordt het middenveld
gebruikt, en wanneer het lokale AF-gebied wordt gebruikt, wordt het veld dat met de
controller is gekozen, gebruikt.
• Wanneer u een teleconvertor (los verkrijgbaar) enzovoort gebruikt, zal het draaien
van de scherpstelring mogelijk niet vloeiend gaan.
• Als de dioptrie niet goed wordt ingesteld, wordt de het beeld in de zoeker niet goed
scherpgesteld (blz. 23).
74
NL
Scherpstelring