Het bedieningspaneel van uw apparaat is
ontworpen om u het gebruik van het apparaat
gemakkelijker te maken. U moet rekening
houden met de volgende kenmerken.
Het navigatie concept van het apparaat is
gebaseerd op het gebruik van de toetsen "up"
en "down" (naar boven en naar beneden) om
zich op het scherm te bewegen. De toetsen
"+" en "–" (rechts en links) maken het ons
mogelijk ons naar rechts en naar links te
bewegen binnen de gekozen rechthoek. Deze
rechthoek geeft de gekozen functie aan
waarmee wij kunnen werken. Om het
navigatie concept beter te begrijpen, zien wij
hierna een voorbeeld.
Toetsen up en down
De toetsen "u p" en "d o w n" maken het mogelijk
dat wij ons naar boven en naar beneden
bewegen op het scherm.
Toets "down"
:
Wij gaan er van uit dat de begin situatie is
zoals te zien is in het eerste figuur (de
rechthoek bevindt zich op de optie functie
wijze). Als wij op de toets drukken beweegt
de rechthoek zich naar beneden naar de
functie "Keuze temperatuur".
Als wij weer op de toets
selectie rechthoek naar beneden tot op de
functie "Keuze snelheid".
Het navigatie concept
drukken gaat de
121
Toets "up"
:
Het gebruik van de toets
als die van de toets
zich nu alleen naar boven.
Cyclische werking:
Het gebruik van beide toetsen is cyclisch. Dat wil
zeggen: als wij ons op de onderkant van het
scherm bevinden en wij drukken opnieuw op de
toets
dan verplaatst de rechthoek zich naar
de bovenkant van het scherm. Op dezelfde
wijze, als wij ons boven aan het scherm
bevinden en wij drukken op de toets
verplaatst de keuzerechthoek zich naar de
onderkant van het scherm.
is precies hetzelfde
, de rechthoek verplaatst
, dan