10. Extra functies
Met de functietoets (C) kunnen er diverse extra functies worden geactiveerd. Bij elke druk op de toets klinkt er ter
bevestiging een pieptoon.
a) REL-functie
Gebruik de REL-functie om metingen van relatieve waarden uit te voeren om bijv. bij het meten van weerstand de
invloed van de meetsnoeren teniet te doen. De actueel weergegeven waarde wordt daarbij op nul gezet. Er is nu een
nieuwe referentiewaarde ingesteld.
Om de functie uit te schakelen, houdt u de toets "REL" ongeveer 1 seconde ingedrukt. Op het display verschijnt "Δ"
en de weergave wordt op nul gezet.
Om deze functie uit te schakelen, schakelt u om naar een andere meetfunctie of houdt u de toets nogmaals ongeveer
1 seconde ingedrukt.
De REL-functie is niet actief in de volgende meetfuncties: batterijtest, diodetest en continuïteitstest.
De toets "REL" werkt alleen als er een meetwaarde wordt weergegeven. Als er "OL" wordt weerge-
geven, kan deze functie niet worden geactiveerd.
b) HOLD-functie
De HOLD-functie bevriest de huidige meting op het display zodat u de meetwaarde in alle rust kunt aflezen of vast-
leggen.
Zorg er bij het testen van leidingen waar spanning op staat voor dat deze functie is uitgeschakeld
voordat u begint. Dit zou anders tot verkeerde metingen kunnen leiden!
Druk kort op de HOLD-toets om de HOLD-functie te activeren; er klinkt ter bevestiging een pieptoon en op het display
verschijnt "H".
Druk om de HOLD-functie uit te schakelen nogmaals op de HOLD-toets of schakel om naar een andere meetfunctie.
c) Automatische uitschakeling
De multimeter schakelt zichzelf na ca. 15 minuten automatisch uit, wanneer er gedurende die tijd geen enkele toets
of knop bediend wordt. Deze functie beschermt en spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur. Als de functie actief
is, wordt dit op het display aangegeven met het symbool
De multimeter laat ongeveer 1 minuut voor het uitschakelen enkele korte pieptonen horen. Als in deze tijd de uitscha-
kelfunctie wordt afgebroken door op de REL/HOLD-toets te drukken, klinkt na nog eens 15 minuten het volgende
uitschakelsignaal. Het uitschakelen wordt aangegeven met een lange pieptoon.
Om de multimeter na een automatische uitschakeling weer in te schakelen, draait u de draaiknop over de stand "OFF"
of drukt u op de "REL/HOLD"-toets.
De automatische uitschakeling kan handmatig worden gedeactiveerd.
Ga voor het deactiveren van de automatische uitschakeling als volgt te werk:
Zet het meetapparaat uit (OFF). Houd de toets "REL/HOLD" ingedrukt en zet de multimeter aan met de draaiknop.
Het symbool "
" is niet meer zichtbaar. De automatische uitschakeling is gedeactiveerd totdat het meetapparaat
met de draaiknop wordt uitgeschakeld.
114
.